Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De minister stelt zich op het standpunt dat eiser geen actueel en reëel belang heeft bij de inhoudelijke beoordeling van het beroep. Het verschil tussen de datum waarop eiser de asielwens heeft geuit en de datum van het indienen van het aanvraagformulier M35-H is namelijk vijf dagen. Dit tijdsverschil is volgens de minister zo klein dat de aanpassing van de ingangsdatum voor eiser niet van feitelijke betekenis is. De minister vindt daarom dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk moet verklaren.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 3 oktober 2024, voor zover daarin de ingangsdatum van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is vastgesteld op 11 september 2023;
- stelt de ingangsdatum van de verblijfsvergunning vast op 6 september 2023;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit van 3 oktober 2024, voor zover dat is vernietigd;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 907,- aan proceskosten aan eiser.