ECLI:NL:RBDHA:2025:2741
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting van Algerijnse eiser
Op 24 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduren van de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser had op 23 december 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 21 februari 2025 gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser de Algerijnse nationaliteit heeft en geboren is in 1999. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring getoetst en geconcludeerd dat deze tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. De beoordeling van het voortduren van de maatregel is beperkt tot de periode na 9 januari 2025. De eiser voerde aan dat er geen zicht was op uitzetting naar Algerije, maar de rechtbank oordeelde dat er wel degelijk zicht op uitzetting was, aangezien de Algerijnse autoriteiten hadden toegezegd een laissez-passer (lp) te verstrekken en er een vlucht voor de eiser gepland stond op 28 februari 2025.
De rechtbank concludeerde dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.