Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 februari 2025 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats 1] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder,
de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Procesverloop
Overwegingen
2 juni 2017 enig certificaathouder van de BV. Na statutenwijziging zijn de aandelen in de BV verdeeld in 160 gewone aandelen met een nominale waarde van fl. 500. De totale verkrijgingsprijs bedroeg derhalve fl. 80.000, oftewel € 36.302.
[bedrijfsnaam 2] B.V. (Holding BV). De koopprijs van de aandelen bedroeg voor 34 stuks € 6.000.000 en voor de overige 126 stuks nihil. De aandelen in Holding BV zijn via drie persoonlijke houdstervennootschappen in het bezit van de drie kinderen van eiser gekomen. Op 7 juni 2017 heeft er aldus een schenking plaatsgevonden ter grootte van het verschil tussen de waarde in het economische verkeer van de aandelen in de BV en de overdrachtsprijs van € 6.000.000 (voor 34 aandelen) en nihil (voor 126 aandelen). Ook is sprake van een aanmerkelijkbelangwinst ter grootte van het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de verkrijgingsprijs van de aandelen in de BV.
€ 36.302-/-
- eiser op 7 juni 2017 een vervreemdingsvoordeel heeft behaald met de verkoop van aandelen van een in Nederland gevestigde BV;
- het vervreemdingsvoordeel € 31.228.698 (€ 31.265.000 -/- € 36.302 (de verkrijgingsprijs)) bedraagt;
- het vervreemdingsvoordeel op grond van de artikelen 2.1, eerste lid, onderdeel b, en 7.1, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet IB 2001 in beginsel in Nederland is belast;
- eiser in ieder geval over de jaren 2009 tot en met 2017 niet feitelijk is onderworpen aan belastingheffing in de VS, omdat hij daar (nog) geen aangifte(n) inkomstenbelasting heeft gedaan en daar ook (nog) geen aanslagen inkomstenbelasting aan hem zijn opgelegd en dat eiser dus alleen toegang heeft tot het belastingverdrag indien is voldaan aan de zogenoemde ‘Substantial Presence Test’ (zie ook hierna);
- indien eiser toegang heeft tot het belastingverdrag, het heffingsrecht van het vervreemdingsvoordeel aan de VS toekomt op grond van artikel 14, zevende lid, van het belastingverdrag.
in casu niet het geval] or the substantial presence test for calendar year 2017 (January 1–December 31). Even if you do not meet either of these tests, you may be able to choose to be treated as a U.S. resident for part of the year. See First-Year Choice under Dual-Status Aliens, later.
b. 1/3 of the days you were present in 2016, and
- dagen in 2017 volledig meetellen;
- dagen in 2016 voor 1/3e meetellen;
- dagen in 2015 voor 1/6e meetellen.
8 oktober 2016 en 8 december 2016, een factuur van [club] (Golf en Equestrian club) en facturen van [garage] voor het onderhoud van de auto. Voor 2017 heeft eiser daarbij nog aanvullend aangevoerd dat hij en zijn echtgenote van 16 oktober tot en met 13 november 2017 in de VS zijn geweest om hun zakelijke belangen af te wikkelen, wat ook blijkt uit de factuur van de vliegreizen en uit creditcardafschriften.
- in een tweetal ondertekende notariële akten betreffende de onderhavige aandelenoverdracht is als woonplaats van eiser [woonplaats 2] vermeld;
- het enkel hebben van een non-immigration visa in de VS, welke enkel is bestemd om te investeren en leiding te geven aan investeringsondernemingen en niet voor immigratie naar de VS;
- het hebben van slechts tijdelijke huurcontracten aangegaan met zijn eigen onderneming voor meerdere achtereenvolgende woonadressen in de VS in de periode 2008 tot en met 2017;
- het nooit hebben aangevraagd van een green card;
- het aanhouden van het huis in Nederland waarbij tevens geldt dat eiser ook met grote regelmaat naar Nederland terugkwam;
- de bewijskracht van de overgelegde creditcardgegevens, nu deze enkel betalingen in de VS tonen (terwijl eiser ook regelmatig in Nederland verbleef) en waarbij tevens niet duidelijk is wie de creditcard heeft gebruikt, en ook niet bekend is op wiens naam de creditcard van SunTrust staat;
- de bewijskracht van de jaarkalenders, omdat de gegevens op de jaarkalenders oncontroleerbaar en ook (deels) feitelijk onjuist zijn;
- het niet-doen van aangifte inkomstenbelasting als fiscaal resident van de VS, ondanks het hebben van een Social Security Number;
- het tot op heden geen contact opnemen met de IRS om zijn in Nederland uitgedragen standpunt ook daar uit te dragen, dit ondanks beloftes hiertoe in de bezwaar- en beroepsfase.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 141.167 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 31.228.698 en vermindert de berekende belastingrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de Staat tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 778;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 222;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.344,40 (€ 1.294 en € 50,40);
- veroordeelt de Staat in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 176,35;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50 aan eiser te vergoeden.