In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag voor de Energietoeslag 2022. Eiser had op 13 december 2022 de energietoeslag aangevraagd, maar zijn aanvraag werd op 23 januari 2023 afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Dit besluit werd later op 25 juni 2023 gehandhaafd. Eiser stelde dat hij in het levensonderhoud van zijn vrouw en dochter in Marokko voorzag en verzocht om aangemerkt te worden als gezin. De rechtbank heeft de zaak op 17 december 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigden aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de inkomensvoorwaarde voor de energietoeslag, omdat zijn inkomen op 1 november 2022 130% boven het voor hem geldende sociaal minimum lag. Eiser had de indruk gewekt dat zijn situatie anders beoordeeld zou worden, maar de rechtbank oordeelt dat er geen toezeggingen zijn gedaan die deze verwachting rechtvaardigen. De rechtbank stelt vast dat er geen onbillijkheid van overwegende aard is die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.