Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking in het kader van het op 8 september 2025 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, namens de vader;
- de brief van 15 september 2025, met bijlagen, namens de vader;
- de berichten van 17 september 2025 namens de moeder;
- de brief van 18 september 2025 namens de vader;
- het bericht van 18 september 2025 namens de moeder.
- de vader met zijn advocaat en tolk, in de Franse taal, K. van Wezel;
- de moeder en haar advocaat, beiden aanwezig via een videoverbinding;
- [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2019 in [geboorteplaats] , [geboorteland] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2022 in [geboorteplaats] , [geboorteland] .
- de brief van 3 oktober 2025, met bijlagen, namens de vader;
- het verslag van de bijzondere curator van 3 oktober 2025;
- het verweerschrift, met bijlages, namens de moeder;
- de brief van 6 oktober 2025, met bijlagen, namens de vader;
- de brief van 7 oktober 2025, met bijlagen, namens de vader;
- het bericht van 8 oktober 2025, namens de moeder;
- de brief van 8 oktober 2025, namens de moeder;
- de pleitnotities van 8 oktober 2025, namens de moeder;
- het bericht van 8 oktober 2025, met bijlage, namens de vader;
- het bericht van 8 oktober 2025 namens de moeder.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en de tolk, in de Franse taal, L. Ringele;
- de moeder, bijgestaan door mr. H.P. Scheer als waarnemer voor haar advocaat;
- de bijzondere curator, drs. J.A.M. Hendriks
- [naam 1] en [naam 2] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Feiten
- De vader en de moeder hebben een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de biologische ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 2019 in [geboorteplaats] , [geboorteland] ;
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum 2] 2022 in [geboorteplaats] , [geboorteland] .
- Op 21 augustus 2025 heeft de moeder met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] Thailand verlaten en is zij met hen naar Nederland vertrokken.
- De vader heeft de Franse nationaliteit, de moeder heeft de Nederlandse nationaliteit en de kinderen hebben zowel de Nederlandse als de Franse nationaliteit.
- De vader heeft zich niet gemeld bij de Nederlandse Centrale Autoriteit.
- de onmiddellijke terugkeer van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te bevelen, zo nodig met behulp van de sterke arm, waarbij de moeder de kinderen dient terug te brengen naar het adres van de vader in Thailand, althans Thailand, dan wel – indien de moeder nalaat de kinderen terug te brengen – te bepalen dat de moeder de benodigde geldige reisdocumenten aan de vader zal afgeven, zodat hij de kinderen zelf mee terug kan nemen naar Bangkok, Thailand;
- een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet te belasten met de voorlopige voogdij over de kinderen;
- de moeder te veroordelen in de kosten die de vader heeft moeten maken in verband met de ontvoering en teruggeleiding,
Beoordeling
“Een kind geboren uit ouders die niet met elkaar gehuwd zijn, is wettig door het latere huwelijk van de ouders, of door de registratie op verzoek van de vader, of door een vonnis van de rechtbank.”
“Wanneer de vader om een wettiging verzoekt, moeten het kind en de moeder toestemming geven aan de aanvrager. Indien het kind en de moeder niet voor de griffier verschijnen om toestemming te geven, stelt de griffier het kind en de moeder in kennis van het verzoek van de vader om inschrijving. Indien het kind of de moeder geen bezwaar maakt of geen toestemming geeft binnen zestig dagen na aanvaarding van de kennisgeving door het kind of de moeder, wordt vermoed dat het kind of de moeder geen toestemming geeft. De periode wordt verlengd tot honderdtachtig dagen in het geval dat het kind of de moeder zich buiten Thailand heeft bevonden. In het geval dat het kind of de moeder bezwaar maakt dat de aanvrager niet de vader is, of geen toestemming geeft, of niet in staat is om de toestemming te geven, moet de registratie voor wettiging worden uitgevoerd door een vonnis van de rechtbank. Nadat het Hof een vonnis heeft gewezen dat de registratie van de legitimatie bewerkstelligt en het vonnis ter registratie aan de griffier is overgelegd, gaat de griffier over tot de registratie.”
- artikel 1557: “
- vanaf de dag van het huwelijk in geval van een volgend huwelijk van de ouders;
- vanaf de dag van registratie in het geval dat de registratie van de wettiging door de vader is gedaan;
- vanaf de dag van de definitieve uitspraak in geval van wettiging uitgesproken door de rechtbank, op voorwaarde dat deze kan worden ingesteld ten nadele van de rechten van derden die te goeder trouw handelen, tenzij de uitspraak is geregistreerd volgens de beslissing.”
- artikel 1566:
- de moeder of de vader is dood;
- het is onzeker of de moeder of de vader leeft of dood is;
- de moeder of de vader is onbekwaam of quasi-onbekwaam verklaard;
- de moeder of de vader wordt in een ziekenhuis geplaatst wegens een geestelijke handicap;
- de ouderlijke macht is bij beschikking van de rechtbank aan de moeder of de vader verleend;
- de moeder of de vader zijn tot een overeenkomst gekomen die volgens de wet kan worden gesloten.”
- artikel 1567: “
- om de verblijfplaats van het kind te bepalen;
- om het kind op een redelijke manier te straffen voor disciplinaire doeleinden;
- om van het kind te verlangen dat het werk doet dat redelijk is voor zijn vermogen en levensomstandigheden;
- de terugkeer van het kind te eisen van eenieder die hem onrechtmatig vasthoudt.”
“Indien één van de partijen zich niet aan deze overeenkomst houdt zal het vonnis kunnen worden gewezen in plaats van een intentieverklaring van de andere partij.”trekt de rechtbank de conclusie dat, als de ene ouder niet aan registratie meewerkt, de andere ouder in de toekomst aan de rechtbank kan verzoeken de wettiging bij vonnis uit te spreken en dat daarom op 14 februari 2025 van een dergelijk vonnis geen sprake is.