5.4.Het voorgaande betekent dat het beroep van eiseres tegen bestreden besluit I niet slaagt. Bovendien overweegt de rechtbank dat vernietiging van bestreden besluit I niet tot een vergunning voor de feitelijke situatie zou hebben geleid. Gelet op het eerder genoemde negatieve advies van de welstandscommissie ten aanzien van de feitelijke situatie, zou opnieuw afwijzend worden beslist op de aanvraag. De rechtbank wijst op de hierna volgende overwegingen ten aanzien van het beroep tegen bestreden besluit II.
23 / 7158 (afwijzing aanvraag omgevingsvergunning)
6. Op 7 april 2023 heeft eiseres een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd. Deze aanvraag ziet wel op legalisatie van de feitelijk vervangen kozijnen met plat profiel. Verweerder heeft de gevraagde vergunning geweigerd. De welstandscommissie heeft een negatief advies gegeven, waarin staat: “Het vervangen van de kozijnen door kunststofkozijnen is mogelijk en al eerder gerealiseerd in de omgeving. Echter dient er een verdiept profiel te worden toegepast zoals bij eerder vergunde initiatieven.”. In bestreden besluit II heeft verweerder de afwijzing gehandhaafd op de grond dat het bouwplan niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand.
7. Tussen partijen bestaat discussie over het welstandsadvies. Met betrekking tot welstandsadviezen geldt volgens vaste jurisprudentie dat verweerder daaraan in beginsel doorslaggevende betekenis mag toekennen. Het overnemen van een welstandsadvies behoeft in beginsel geen nadere toelichting, tenzij het advies naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat verweerder dit niet - of niet zonder meer - aan zijn oordeel omtrent de welstand ten grondslag heeft mogen leggen. Dit is anders indien de aanvrager of een derde-belanghebbende een advies overlegt van een andere deskundig te achten persoon of instantie dan wel gemotiveerd aanvoert dat het welstandsadvies in strijd is met de volgens de welstandsnota geldende criteria.
8. Volgens eiseres is in het welstandsadvies ten onrechte geen rekening gehouden met de kozijnen in de directe omgeving van haar woning die blijkens door haar ingestuurde foto’s ook met een plat profiel zijn gerealiseerd. Daarmee doet zij een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Gelet op de toelichting ter zitting van eiseres, begrijpt de rechtbank deze grond zo, dat verweerder op grond van de Welstandsnota had moeten beoordelen of de door eiseres geplaatste kozijnen samenhang vertonen met de directe omgeving van de [adres] , waar ook kozijnen zijn gerealiseerd met een plat profiel. Verweerder dient daarbij naar de feitelijke situatie te kijken, ook kozijnen die niet vergund zijn moeten daarbij worden betrokken. Uit een dergelijke beoordeling volgt, zo stelt eiseres, juist dat haar kozijnen wel aansluiten bij de omgeving. Verweerder is daar ten onrechte aan voorbij gegaan. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres reeds bij haar aanvraag foto’s ingediend van vergelijkbare kozijnen uit de directe omgeving van haar woning.
9. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij bij de welstandsbeoordeling niet hoeft te kijken naar de directe omgeving, maar alleen naar het pand zelf. Dat volgt uit artikel 2.1 van de Welstandsnota. Wanneer een bouwwerk bijvoorbeeld een nieuw kozijn betreft, kan op grond van de Welstandsnota de relevante omgeving beperkt blijven tot het pand, in het bijzonder de desbetreffende gevel. Het nieuwe kozijn dient dan aan te sluiten bij de kenmerken en de architectuurstijl van het pand. Verweerder stelt dat daarom geen betekenis toekomt aan de foto’s en aangehaalde adressen in de buurt van de woning.
10. De rechtbank deelt dit standpunt van verweerder. Ook uit de objectspecifieke criteria onder artikel 2.2 van de Welstandsnota, die ook gelden voor het vervangen en aanpassen van kozijnen in een bestaand gebouw, volgt dat een kozijn samenhang dient te vertonen met de architectuur van de gevel. Als kozijnen worden vervangen, wordt in het kader van de welstandsbeoordeling gekeken of deze passen in de architectuur en de architectuurstijl van het bestaande gebouw waarvan de kozijnen onderdeel worden. Dat betekent dat de welstandsbeoordeling in dit geval beperkt kan blijven tot de gevel.