ECLI:NL:RBDHA:2025:20712
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging voor voorlopig verblijf en beoordeling van afhankelijkheidselementen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv). De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 25 maart 2024, en het bezwaar van eiseres werd op 22 mei 2025 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 28 augustus 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres aanwezig was, maar verweerder niet. Eiseres, geboren in 1965 met de Syrische nationaliteit, woonde met haar familie in Turkije, maar is nu alleen achtergebleven. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft gesteld dat er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid zijn tussen eiseres en haar referent, omdat de identiteit en de familierechtelijke relatie niet zijn aangetoond. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet is gehoord en dat er wel degelijk sprake is van afhankelijkheid en hechte persoonlijke banden, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder alle relevante feiten en omstandigheden heeft betrokken. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.