ECLI:NL:RBDHA:2025:2049
Rechtbank Den Haag
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Algerijnse nationaliteit heeft. Eiser was op 3 september 2024 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Hij heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 13 februari 2025 gesloten zonder zitting. Eiser betoogde dat er geen zicht was op uitzetting naar Marokko en dat verweerder onvoldoende voortvarend handelde. Hij stelde dat hij bereid was terug te keren als hem een laissez-passer (lp) werd verstrekt, maar dat er geen reactie was gekomen op zijn aanvraag. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat het zicht op uitzetting ontbrak en dat verweerder voldoende voortvarend had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat het belang van verweerder om het vertrek van eiser te realiseren zwaarder woog dan het belang van eiser om de lp-aanvraag in vrijheid af te wachten. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.