ECLI:NL:RBDHA:2025:19503

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
C/09/684650 / HA ZA 25-381
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en ontbinding van de overeenkomst wegens non-conformiteit van een motor geleverd door een elektrotechnisch bedrijf

In deze zaak vordert Zandpoel B.V. schadevergoeding en ontbinding van de overeenkomst met [gedaagde] B.V. wegens non-conformiteit van een motor die door [gedaagde] is geleverd. De motor vertoonde bij levering roestvorming, wat Zandpoel pas na een storing in januari 2024 heeft gemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van [gedaagde] van toepassing zijn, inclusief een exoneratiebeding dat de aansprakelijkheid voor gebreken na een jaar uitsluit. Zandpoel heeft betoogd dat de roestvorming al bij levering aanwezig was, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep op de exoneratie niet onaanvaardbaar is, gezien de professionele status van beide partijen en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank wijst de vorderingen van Zandpoel af en veroordeelt haar in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel
Zaaknummer: C/09/684650 / HA ZA 25-381
Vonnis van 1 oktober 2025
in de zaak van
ZANDPOEL B.V.te Monster,
eiseres,
hierna te noemen: Zandpoel,
advocaat: mr. M.W. Renzen,
tegen
[gedaagde] B.V.te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. M.J.S. Spanjersberg.

1.De procedure

1.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
- de dagvaarding, met bijbehorende producties E1 tot en met E26;
- de conclusie van antwoord, met producties G1 tot en met G8.
1.2.
Op 22 augustus 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden.

2.De feiten

2.1.
De onderneming van [gedaagde] is gericht op de aanleg van en het verrichten van onderhoud en reparaties aan elektrotechnische installaties.
2.2.
Een dochteronderneming van Zandpoel drijft een onderneming die aubergines kweekt in een kas.
2.3.
Op 21 april 2022 heeft [gedaagde] aan Zandpoel per e-mail een offerte (hierna: de offerte) uitgebracht voor – kort gezegd – de levering en installatie van een gereviseerd motorblok, type Jenbacher JMS 616 (hierna: de motor), voor een warmtekrachtcentrale (WKK) en het verrichten van diverse revisiewerkzaamheden. Een WKK is een installatie waarmee elektriciteit, warmte en CO2 kan worden geproduceerd.
2.4.
De offerte voorziet in een vaste prijs van € 383.847,-- voor de levering van de gereviseerde motor, een stelpost van € 29.400 voor door [gedaagde] uit te voeren werkzaamheden en een stelpost van € 16.500 voor werkzaamheden van een onderaannemer van [gedaagde] . In de offerte staat onder meer verder vermeld: “
Onze algemene voorwaarden zijn bijgevoegd bij deze offerte.
2.5.
De offerte is door Zandpoel ondertekend op kantoor bij [gedaagde] .
2.6.
In de algemene voorwaarden van [gedaagde] staat onder meer vermeld:
Artikel 11. Garantie
1. [gedaagde] garandeert, dat de door haar geleverde zaken vrij zijn van ontwerp-, materiaal- en fabricagefouten gedurende een periode van 1 jaar na installatie.(…).
(…)
3. De garantie geldt niet indien sprake is van een onjuiste behandeling.
(…)
Artikel 13. Gebreken; klachttermijnen
1. De wederpartij dient de gekochte zaken bij aflevering – of zo spoedig daarna als mogelijk – te (laten) onderzoeken. Hierbij dient de wederpartij na te gaan of het geleverde aan de overeenkomst beantwoordt, te weten:
- (…)
- Of de afgeleverde zaken voldoen aan de overeengekomen kwaliteitseisen of – indien deze ontbreken – aan de eisen die gesteld mogen worden voor een normaal gebruik en/of handelsdoeleinden.
(…)
3.
Niet-zichtbare gebreken dient de wederpartij binnen 10 dagen na ontdekking, doch uiterlijk binnen 3 maanden na aflevering schriftelijk te melden aan [gedaagde] .
(…)
Artikel 17. Aansprakelijkheid
[gedaagde] is jegens de wederpartij uitsluitend op de volgende wijze aansprakelijk:
1. Voor schade als gevolg van gebreken in geleverde zaken geldt uitsluitend de aansprakelijkheid als geregeld in artikel 11. (Garantie) van deze voorwaarden.
2. [gedaagde] is aansprakelijk als schade is veroorzaakt door opzet of grove schuld van [gedaagde] of haar leidinggevende ondergeschikten
3. Ter zake van bijkomende dienstverlening is de aansprakelijkheid van [gedaagde] beperkt tot tweemaal de factuurwaarde van de desbetreffende dienstverlenende werkzaamheden.
4. Voor het overige is de aansprakelijkheid van [gedaagde] beperkt tot de factuurwaarde.”
2.7.
In november 2022 is de motor geleverd aan Zandpoel en geïnstalleerd, waarna de WKK in bedrijf is gesteld. De met de WKK geproduceerde warmte en Co2 werden gebruikt voor de productie in de kas en de elektriciteit werd terug geleverd aan de energieleverancier tegen een vergoeding.
2.8.
Op 22 januari 2024 heeft Zandpoel de WKK na een storing uitgeschakeld en (deels) gedemonteerd, althans laten demonteren door een derde partij, voor het verrichten van onderzoek naar de oorzaak. Bij dit onderzoek werd – naast een defecte turbo – roestvorming in de motor geconstateerd.
2.9.
Op 30 januari 2024 heeft Zandpoel bij [gedaagde] telefonisch melding gemaakt van schade aan de motor.
2.10.
Op 13 februari 2024 heeft Jenbacher, de fabrikant van de motor, de motor op locatie bij Zandpoel geïnspecteerd. De conclusie van het door Jenbacher opgestelde servicebericht luidt:

De gevonden roestvorming is oppervlakkig en niet direct in contact met het gas lucht mengsel in de V-ruim inlaat. Het advies is om hier niets aan te doen. Het is nu zaak dat de inlaat zo schoon mogelijk wordt gemaakt, de delen van de defecte turbo weg te nemen en alle olie op te zuigen uit de V-ruim inlaat. Daarna de motor weer opbouwen en rustig aan opstarten en in gebruik nemen.”
2.11.
Bij brief van 15 februari 2024 heeft de (toenmalig) rechtsbijstandverlener van Zandpoel aan [gedaagde] geschreven dat Zandpoel heeft geconstateerd dat de motor ernstig is aangetast door roest/corrosie, die, gelet op de aard daarvan, al bij de levering van de motor aan Zandpoel aanwezig moet zijn geweest. [gedaagde] is in deze brief gesommeerd de gebreken aan de motor binnen drie weken te herstellen en aansprakelijk gesteld voor de schade van Zandpoel.
2.12.
Bij e-mail van 15 februari 2024 heeft [gedaagde] aansprakelijkheid (“
iedere claim”) van de hand gewezen.
2.13.
Op verzoek van Zandpoel heeft Crawford & Company (Nederland) B.V. (“Crawford”) een expertiserapport opgesteld gedateerd 25 april 2024 . Dit rapport luidt, voor zover relevant:

Algemeen
(…)
Op 22 januari 2024 is schade ontstaan aan de motor als gevolg van het afbreken van een onderdeel van één van de twee turbo’s. Bij het demonteren van de cilinderkoppen om de verbrandingsruimten te reinigen/ontdoen van brokstukken, is excessieve roestvorming aangetroffen in de V-ruim inlaat aan beide zijden van de motor. Die roestvorming staat in geen relatie met het gebrek aan de turbo. De roestvorming was aanleiding voor eigenaar Zandpoel B.V. om de leverancier van de motor aan te spreken.
Omvang van de gebreken
De V-ruim inlaat aan beide zijden van de motor, bevat excessieve roestvorming. Op bijgevoegde foto’s (zie o.a.foto’s 1 en 2) is te zien dat er breuklijnen in aanwezig zijn, zodat er geen sprake is van een lichte (vlieg)roest, maar van plakkaten die kunnen loskomen.
Bij het loskomen van roestbrokken/plakkaten tijdens het gebruik van de motor kan motorschade ontstaan door onder meer beschadigingen van zuigers, zuigerveren en cilinderwanden, maar ook aan kleppen, klepzittingen en geleiders omdat roestdelen het goed sluiten daarvan kunnen verhinderen. De motor bezit daarmee niet de eigenschappen die eigenaar daarvan zou mogen verwachten.
Beoordeling door de fabrikant
Medewerkers van fabrikant Jenbacher hebben na de melding door eigenaar Zandpoel B.V. de locatie bezocht voor het onderzoeken van de motor. Naar aanleiding van dat bezoek is door Jenbacher een servicebericht opgesteld dat reeds in uw dossier aanwezig is.
In het servicebericht wordt aangegeven dat er sprake is van oppervlakkige roest. Dit suggereert dat er geen sprake is van ernstige roestvorming. Dit is echter onjuist. Ook de in dat servicebericht opgenomen foto’s (zie bijvoorbeeldfoto 5) laten ernstige roestvorming zien. Roest dat plakkaten gevormd heeft en in brokken los kan komen, is niet meer als “oppervlakkige roest” aan te merken.
Het servicebericht geeft ook aan dat er geen roestvorming direct bij de inlaat aanwezig is en dat losgekomen delen niet meegezogen kunnen worden naar de cilinderkop. Dat is onjuist.
De in dit rapport opgenomen foto’s van de roestvorming, zijn allemaal genomen vanuit de aansluiting van de inlaat op de cilinderkop (opening groen omcirkeld opfoto 4).
In de V-ruim inlaat zijn, zoals ook genoemd in het servicebericht van Jenbacher, metalen isolatieplaten aanwezig waardoor het inlaat gasmengsel stroomt. Via ovale openingen (zie blauwe pij1 opafbeelding 3)gaat het gasmengsel omhoog naar de hierboven genoemde opening/doorgang naar de cilinderkop. Tussen die metalen isolatieplaten (zie ook de blauwe pijlen opfoto’s 4, 5 en 6) en de doorgangen naar de cilinderkoppen bevindt zich roest. Die roestvorming is met rode pijlen aangeduid op de foto’s 4, 5 en 6 waarbij de rode pijl op foto 6 wijst naar de zichtbare rand van een plakkaat roest direct rond de opening. De stellingname van Jenbacher dat loskomende roest niet door de luchtstroom meegenomen kan worden en zonder schade aan te richten naar beneden zal vallen, volgen wij niet.
Oorzaak voor de gebreken
Mogelijke oorzaken voor het ontstaan van de roestvorming zijn onder meer:
- opslag van de nog niet gereviseerde motor in een vochtige/corrosieve omgeving;
- bovenmatig veel kortdurend gebruik waarbij condensatie achterblijft in de V-ruim inlaat over een lange periode;
- lekkage van bijvoorbeeld de intercooler;
- het gebruik van de motor (in het verleden, dus voor de revisie van Jenbacher) met corrosieve (bio)gasmengsels.
De oorspronkelijk in 2006 door Jenbacher geplaatste motor is tot circa 2013/2014 door Jenbacher onderhouden. Voor zover bekend heeft Jenbacher in die periode geen op- of aanmerkingen gemaakt of anderszins zorgen geuit over de omstandigheden waaronder die gasmotor functioneerde. Ook bij de plaatsing in 2022 is geen voorbehoud gemaakt met betrekking tot de omstandigheden waaronder deze unit zou moeten functioneren.
In de periode tussen de plaatsing in 2006 en het vervangen van dat motorblok door het nu aanwezige exemplaar draaide de motor per start gemiddeld 5,44 uur (64005 draaiuren met 11768 starts). Na de plaatsing van de gereviseerde motor in 2022 is de gemiddelde hoeveelheid draaiuren per start nauwelijks veranderd (5,56 uur/start).
Na het demonteren en controleren van diverse onderdelen is geconstateerd dat er geen sprake geweest is van lekkage van de intercooler.
Gelet op het bovenstaande zijn er geen aanwijzingen die redelijkerwijs duiden op risico verhogende gebruiksomstandigheden of een sinds 2022 gewijzigd gebruik van de motor als oorzaak voor de excessieve roestvorming binnen de motor.
Alle nu bekende informatie wijst erop dat de roest al aanwezig geweest is ten tijde van de levering."
De kosten voor herstel worden in het rapport van Crawford begroot op € 155.000,00. Daarnaast wordt genoemd (maar niet begroot) een “
steeds verder oplopende bedrijfsschade” als gevolg van het niet kunnen opwekken van elektriciteit.
2.14.
Per brief van 2 juli 2024 heeft (de rechtsbijstandverlener van) Zandpoel, [gedaagde] gesommeerd om noodzakelijke herstelwerkzaamheden te verrichten. Aan deze sommatie heeft [gedaagde] niet voldaan.
2.15.
Op 30 september 2024 heeft Bjond Innovation (hierna: Bjond) een expertiserapport uitgebracht in opdracht van Zandpoel. De conclusie van dit rapport luidt als volgt:

Uit het onderzoek concluderen wij het volgende:
-
In alle inlaatopeningen van het motorblok is sprake van laagsgewijze opbouw van corrosieproduct tot diktes van enkele millimeters. Dit betreft dus met zekerheid geen vliegroest. Wij zijn het dus wat betreft dit aspect eens met het standpunt van Crawford.
-
In het corrosieproduct zijn duidelijk meetbare hoeveelheden (ca. 4 tot 9 %m/m) zwavel (S) gemeten hetgeen aantoont dat er in het verleden zwavelhoudende (bio)brandstof(fen)/biogas is (zijn) gebruikt (bijvoorbeeld bij mestvergisting).
-
Omdat Zandpoel B.V. alleen aardgas als brandstof heeft gebruikt, moeten de zwavelhoudende corrosieproducten bij eerder gebruik van de installatie, op een andere locatie, zijn ontstaan als gevolg van het gebruik van zwavelhoudende (bio)brandstof(fen).
-
De aanwezigheid van metalen zoals koper en aluminium in het corrosieproduct wijzen eveneens op het gebruik in het verleden.
Op grond van dit onderzoek concluderen wij dat het gebruik van zwavelhoudende (bio)brandstof(fen) in het verleden, op een andere locatie dan bij Zandpoel B.V., de oorzaak is voor de waargenomen corrosie in de inlaat van de onderzochte motor van de WKK.
2.16.
Bij brief van 9 oktober 2024 heeft Zandpoel de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden en gesommeerd tot terugbetaling van de koopsom van de motor en schadevergoeding. [gedaagde] heeft geen gevolg gegeven aan de sommatie.

3.Het geschil

3.1.
Zandpoel vordert – samengevat – dat de rechtbank [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling aan haar van € 1.088.633,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Daartoe voert Zandpoel aan dat de motor op het moment van levering door [gedaagde] niet voldeed aan wat zij op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst mocht verwachten, vanwege de op dat moment reeds aanwezige (excessieve) roestvorming. Dit gebrek levert een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst op (non-conformiteit). [gedaagde] heeft ten onrechte nagelaten om dit gebrek te herstellen en is daarmee in verzuim geraakt. Dit betekent dat Zandpoel gerechtigd was de overeenkomst (buitengerechtelijk) te ontbinden en dat Zandpoel aanspraak kan maken op terugbetaling van de koopprijs van de motor en op aanvullende schadevergoeding, aldus Zandpoel.
3.3.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Zandpoel. Zij betwist dat de door Zandpoel gestelde roestvorming aanwezig was op het moment van levering van de motor. Voor zover dit al het geval was, geldt volgens haar dat deze roestvorming niet aan een normaal gebruik van de motor in de weg staat. Van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door [gedaagde] is dan ook geen sprake. Ook het voor toewijzing van de vorderingen van Zandpoel vereiste verzuim ontbreekt. Voor ontbinding van de overeenkomst door Zandpoel bestaat onvoldoende grond. Voor zover [gedaagde] al aansprakelijk zou zijn voor de door Zandpoel gestelde schade, is sprake van eigen schuld aan de zijde van Zandpoel. In geval van ontbinding dient rekening te worden gehouden met een (waarde)vergoeding voor de periode dat Zandpoel gebruik heeft kunnen maken van de motor, aldus [gedaagde] . [gedaagde] verweert zich verder met een beroep op haar algemene voorwaarden en de hierin opgenomen klachttermijn en beperking van aansprakelijkheid (exoneratie).
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het meest verstrekkend verweer van [gedaagde] is het beroep op haar algemene voorwaarden. De rechtbank zal dit verweer daarom eerst beoordelen.
Algemene voorwaarden zijn van toepassing geworden
4.2.
[gedaagde] beroept zich op de klachttermijn en exoneratie zoals opgenomen in respectievelijk artikel 13 en artikel 17 van haar algemene voorwaarden.
4.3.
Zandpoel stelt zich primair op het standpunt dat de algemene voorwaarden geen onderdeel zijn geworden van de tussen partijen gesloten overeenkomst, omdat partijen niet zijn overeengekomen dat de algemene voorwaarden daarop van toepassing zijn. De enkele vermelding in de offerte dat de algemene voorwaarden zijn bijgevoegd is daartoe onvoldoende, aldus Zandpoel.
4.4.
Vooropgesteld wordt dat het antwoord op de vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn op een overeenkomst, moet worden beoordeeld aan de hand van de maatstaven die gelden voor aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek “BW”) in het licht van de wilsvertrouwensleer (artikel 3:33 en 3:35 BW).
4.5.
Partijen zijn het erover eens dat de offerte, die door hen beiden is ondertekend, te gelden heeft als de tussen hen gesloten (schriftelijke) overeenkomst. In de offerte staat: “
Onze algemene voorwaarden zijn bijgevoegd bij deze offerte.” Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit deze tekst, mede gelet op de plaatsing onder het kopje “
condities” en vervolgens onder het subkopje “
Voorwaarden”, dat [gedaagde] hiermee niet alleen het bijgevoegd zijn van haar algemene voorwaarden wilde benoemen, maar ook dat zij deze voorwaarden van toepassing wilde verklaren op de overeenkomsten en dat Zandpoel dat aldus diende te begrijpen. Feiten en omstandigheden die nopen tot een andere uitleg zijn niet aangevoerd door Zandpoel. De rechtbank neemt dan ook tot uitgangspunt dat de offerte redelijkerwijs zo moet worden uitgelegd, dat de algemene voorwaarden van [gedaagde] hierin (mede) van toepassing worden verklaard (vgl. HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158 (
Haviltex)). Door de offerte vervolgens te ondertekenen heeft Zandpoel de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden aanvaard (in de zin van artikel 6:231 sub c BW). Dat geldt óók als Zandpoel – zoals door haar is aangevoerd – op dat moment niet bekend was met de inhoud van de algemene voorwaarden en [gedaagde] dit wist/moest begrijpen (artikel 6:232 BW).
Algemene voorwaarden niet vernietigbaar
4.6.
Zandpoel heeft een beroep gedaan op vernietiging van de bepalingen in de algemene voorwaarden waarop [gedaagde] zich beroept, omdat de algemene voorwaarden volgens Zandpoel niet (tijdig) aan haar ter hand zijn gesteld. [gedaagde] weerspreekt dit. Zij stelt dat haar algemene voorwaarden waren toegevoegd als bijlage bij zowel de e-mail van 21 april 2022 waarmee zij de offerte aan Zandpoel heeft toegestuurd als het papieren exemplaar van de offerte dat uiteindelijk door partijen is ondertekend op kantoor bij [gedaagde] . Daarnaast geldt dat partijen in het verleden vaker zaken met elkaar hebben gedaan en dat Zandpoel reeds beschikte over de algemene voorwaarden, zodat Zandpoel met de algemene voorwaarden bekend moet worden verondersteld, aldus [gedaagde] .
4.7.
Op grond van artikel 6:233 aanhef en onder b BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien de gebruiker (in dit geval [gedaagde] ) aan de wederpartij (in dit geval Zandpoel) niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Artikel 6:234 BW bepaalt op welke wijze die redelijke mogelijkheid geboden kan worden. De regeling van artikel 6:234 BW is in beginsel limitatief. Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg brengt echter mee dat de wederpartij zich niet op vernietigbaarheid van een beding in algemene voorwaarden kan beroepen wanneer hij op het moment van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn (HR 1 oktober 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2977 (
Geurtzen/Kampstaal)). Als de wederpartij zich op grond van artikel 6:233 aanhef en onder b in samenhang met artikel 6:234 BW beroept op vernietiging van een beding in algemene voorwaarden, rust de bewijslast omtrent de ter hand stelling van de algemene voorwaarden op de gebruiker (HR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1394 (
Lommerse/Atria)).
4.8.
In dit geval heeft Zandpoel een beroep gedaan op vernietiging van de algemene voorwaarden van [gedaagde] . Het is dus aan [gedaagde] om te bewijzen dat haar algemene voorwaarden volgens de vereisten van artikel 6:234 BW aan Zandpoel ter hand zijn gesteld.
4.9.
De rechtbank is met [gedaagde] van oordeel dat de door Zandpoel ondertekende offerte, met daarin de vermelding dat haar algemene voorwaarden zijn bijgevoegd, dwingend bewijs oplevert in de zin van artikel 157 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (“Rv”) van de (tijdige) ter hand stelling van deze voorwaarden aan Zandpoel (HR 21 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA9610 (
Ammerlaan/Enthoven).
4.10.
Op de voet van artikel 151 lid 2 Rv staat tegen dwingend bewijs tegenbewijs open. Zandpoel heeft aangeboden om de e-mail van 21 april 2021, waarmee de offerte aan haar werd uitgebracht, in het geding te brengen. Daaruit zou volgens haar blijken dat de algemene voorwaarden niet waren toegevoegd als bijlage. Echter, ook als dit vast zou komen te staan, is dit onvoldoende om het voorshands op grond van artikel 151 lid 1 Rv door [gedaagde] geleverde bewijs op dit punt te ontzenuwen. Volgens [gedaagde] waren haar algemene voorwaarden immers (ook) toegevoegd als bijlage bij de papieren, door partijen ondertekende versie van de offerte (zie 4.6). Die stelling heeft Zandpoel niet, althans onvoldoende weersproken. Zij heeft in dit verband enkel ter zitting verklaard dat “
het uitweiden over de algemene voorwaarden” door [gedaagde] haar “
niet helder voor de geest” staat. Aan het toelaten van Zandpoel tot het leveren van tegenbewijs wordt daarom niet toegekomen.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep van Zandpoel op vernietiging van de algemene voorwaarden op grond van artikel 6:233 onder b BW faalt.
Exoneratie staat in beginsel aan toewijzing van vorderingen van Zandpoel in de weg
4.12.
Het door Zandpoel gevorderde bedrag van € 1.088.633,00, bestaat, kort gezegd, uit terugbetaling van (i) de koopsom en aan [gedaagde] betaalde bedragen voor verrichte werkzaamheden (op basis van de offerte) en (ii) aanvullende schadevergoeding in verband met de (buitengerechtelijke) ontbinding van de overeenkomst (op grond van artikel 6:271 BW) en is in de kern volledig gebaseerd op de door Zandpoel gestelde non-conformiteit wegens roestvorming in de motor.
4.13.
Volgens [gedaagde] volgt uit het bepaalde in artikel 17 lid 1 in samenhang met artikel 11 van haar algemene voorwaarden (hierna: het exoneratiebeding) dat de gestelde gebreken buiten de garantie vallen en dat [gedaagde] dus niet aansprakelijk is. Dit leidt volgens [gedaagde] tot afwijzing van de vordering. De rechtbank begrijpt het standpunt van [gedaagde] daarmee aldus dat uit artikel 11 in combinatie met artikel 17 lid 1 van de algemene voorwaarden volgt dat [gedaagde] is geëxonereerd voor de gevolgen van gebreken die zich na één jaar openbaren en dat het exoneratiebeding dus niet alleen ziet op schadevergoeding maar ook op de vordering tot ontbinding en de daaruit volgende ongedaanmakingsverbintenissen. Zandpoel heeft als zodanig niet bestreden dat als de algemene voorwaarden van toepassing zijn en haar beroep op vernietiging niet slaagt, haar vordering in beginsel strandt op het exoneratiebeding. De rechtbank neemt dat daarom tot uitgangspunt.
4.14.
Vast staat dat Zandpoel de roestvorming in de motor voor het eerst in januari 2024
aan [gedaagde] heeft gemeld. Dit is meer dan een jaar na de installatie van de motor in november 2022. Dit brengt mee dat het exoneratiebeding in beginsel aan toewijzing van de vorderingen van Zandpoel in de weg staat.
Beroep op exoneratie niet onaanvaardbaar
4.15.
Zandpoel verweert zich met de stelling dat aan [gedaagde] in de gegeven omstandigheden geen beroep toekomt op artikel 17 van haar algemene voorwaarden, omdat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn in de zin van artikel 6:248 lid 2 BW. De rechtbank volgt dit verweer van Zandpoel niet, mede gelet op de terughoudendheid waarmee een dergelijk beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid moet worden toegepast. Daartoe acht de rechtbank de volgende omstandigheden van doorslaggevend belang.
4.16.
Partijen zijn professionele ondernemingen. De exoneratie ziet alleen op buiten de garantietermijn van één jaar gemelde gebreken. Het gaat dus niet om een algehele exoneratie. Verder is van belang dat de motor feitelijk is gereviseerd door Jenbacher. [gedaagde] mocht erop vertrouwen dat Jenbacher deze revisie, als fabrikant van de motor, goed zou uitvoeren. Dat de volgens Zandpoel in de motor aanwezige (excessieve) roestvorming het gevolg is van opzet dan wel bewuste roekeloosheid van [gedaagde] en/of Jenbacher is niet gesteld. Ook is relevant dat de schade als gevolg van het uitvallen van een WKK voor een kweker – in zijn algemeenheid – hoog zal zijn en (enige vorm van) exoneratie niet onredelijk is. In het verlengde daarvan overweegt de rechtbank dat gesteld noch gebleken is dat een exoneratiebeding als het onderhavige ongebruikelijk is in de branche van partijen.
4.17.
Dat de door Zandpoel gesteld geleden schade aanzienlijk is en dat zij de deze – als gevolg van het exoneratiebeding – niet kan verhalen op [gedaagde] maakt het beroep op dit exoneratiebeding niet onaanvaardbaar. Het niet kunnen verhalen van (de volledige) schade is inherent aan een (succesvol) beroep op een exoneratie. Wat de precieze gevolgen zijn van het door Zandpoel gestelde gebrek staat overigens ook niet vast, omdat [gedaagde] de door Zandpoel gestelde omvang van de schade gemotiveerd heeft weersproken.
Slotsom
4.18.
Een en ander leidt ertoe dat de vorderingen van Zandpoel zullen worden afgewezen.
Proceskosten
4.19.
Zandpoel is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht
10.188,00
- salaris advocaat
8.714,00
(2 punten × € 4.357,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
19.080,00
4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Zandpoel in de proceskosten van [gedaagde] van € 19.080,00 te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe. Als Zandpoel niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Zandpoel € 92,00 extra aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag waarop de proceskosten volledig zijn betaald;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Alink en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025.
2968