In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 8 oktober 2025, zijn de beroepen van de eisers gegrond verklaard. De eisers, gezamenlijk vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.J. Janse, hebben beroep ingesteld omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op hun asielaanvragen, ingediend op 24 maart 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van de eisers om binnen twee weken alsnog te beslissen. Hierdoor zijn de beroepen ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard.
De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen zestien weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvragen. Dit moet gebeuren volgens het ‘8+8 wekenmodel’, wat inhoudt dat de minister in principe binnen zestien weken een besluit moet nemen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de eisers, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-telman, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.