ECLI:NL:RBDHA:2025:18554
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennisgeving vervolgberoep tegen maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
Op 7 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Stap, en de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 9 mei 2025 een maatregel van bewaring opgelegd aan de eiser op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze maatregel is eerder door de rechtbank getoetst, met uitspraken op 10 juni 2025 en 22 juli 2025. Op 25 september 2025 heeft de minister de rechtbank geïnformeerd over het voortduren van de bewaring, wat door de rechtbank als een beroep van de eiser werd beschouwd. De rechtbank heeft op 2 oktober 2025 het vooronderzoek gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting behandeld zou worden.
De rechtbank heeft beoordeeld of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser heeft geen gronden ingediend tegen het voortduren van de bewaring. De rechtbank concludeert dat er geen redenen zijn om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de maatregel. Daarom is het beroep van de eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de maatregel van bewaring in stand blijft. De minister is niet verplicht om de proceskosten van de eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.