ECLI:NL:RBDHA:2025:18058
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met terugkeerbesluit
Op 30 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een Algerijnse nationaliteit hebbende, een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een terugkeerbesluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 16 juli 2025 was genomen, waarbij verzoeker een vertrektermijn van vier weken was gegeven. Verzoeker stelde dat hij in Nederland moest kunnen blijven in afwachting van de uitkomst van zijn beroep, omdat hij recht had op gemeentelijke opvang en werk op basis van de Richtlijn tijdelijke bescherming. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij rechtmatig in Nederland verblijft en dat hij niet voldoende feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zijn vrees voor onmenselijke behandeling bij terugkeer naar Algerije onderbouwen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.