ECLI:NL:RBDHA:2025:17920
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van opvolgende asielaanvraag van Oezbeekse eiser na uitzetting
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 september 2025, wordt het beroep van een Oezbeekse eiser tegen de afwijzing van zijn opvolgende asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 8 juli 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie op 21 juli 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend die op 7 juni 2023 was afgewezen, maar de rechtbank had deze afwijzing later vernietigd. Echter, een nieuwe afwijzing volgde op 30 juli 2024, die door de rechtbank niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiser is op 18 augustus 2025 uitgezet naar Oezbekistan en heeft sindsdien geen contact meer opgenomen met zijn gemachtigde. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van zijn beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.