ECLI:NL:RBDHA:2025:17600
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en inreisverbod van tien jaar wegens gevaar voor openbare orde
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 24 september 2025, wordt de afwijzing van de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als verblijfsdoel 'humanitair niet-tijdelijk' behandeld. Eiser, die Guinese nationaliteit heeft, is het niet eens met de afwijzing van zijn aanvraag en het opgelegde inreisverbod van tien jaar. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag en het inreisverbod in stand kunnen blijven. De rechtbank legt uit dat eiser niet voldoet aan de vereisten voor een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en dat hij een gevaar vormt voor de openbare orde. De rechtbank heeft de belangenafweging tussen het belang van eiser bij het uitoefenen van zijn privéleven in Nederland en het belang van de Nederlandse staat bij zijn vertrek uit Nederland gemaakt, waarbij het belang van de staat zwaarder weegt. Eiser heeft geen beschermenswaardig familieleven aangetoond en zijn banden met Nederland zijn niet sterk genoeg om de afwijzing te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de verblijfsaanvraag en het inreisverbod.