Voetnoten
1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Zaaknummer NL21.9339.
4.Op grond van artikel 31, zesde lid, aanhef en onder c van de Vw.
5.Op grond van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (hierna: het Vluchtelingenverdrag).
6.Op grond van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
7.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vw.
8.Werkinstructie ‘Bekering en afvalligheid’.
9.Verklaringen van de voorganger van de [geloofsgemeenschap] van 15 november 2024, 29 mei 2025 en 22 augustus 2025.
10.Eiseres wijst in dit verband op de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg van 10 juni 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:10222, r.o. 13-14; en op de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, NL25.23781. 11.Ter onderbouwing verwijst eiseres onder andere naar de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam van 11 maart 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:4558, r.o. 6.1. t/m 6.4, de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam van 27 juni 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4030, r.o. 6, de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam van 15 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:446, r.o. 9. en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1708. Ook wijst eiseres op de ‘Country Guidance’ uitspraak van het United Kingdom Upper Tribunal (Judges Rintoul and Bruce) van 20 februari 2020. 12.Werkinstructie 2022/3 ‘Bekering en afvalligheid’ para. 3.3.
13.Idem, para. 8.
14.Idem, para. 3.3.
15.Idem, para. 3.4.4.
16.Idem, para. 3.4.4.
17.Verslag van het gehoor opvolgende aanvraag, van 26 februari 2025, p. 19.
18.Idem, p. 20.
19.Idem, p. 19-20.
20.Verslag van het gehoor opvolgende aanvraag, p. 7, 9, 17, 18 en 21.
21.Idem, p. 10-11.
22.Idem, p. 12-13 en 19.
23.Zie bijvoorbeeld het verslag van het gehoor opvolgende aanvraag, p. 9, 15 en 19.
24.De rechtbank geeft hierbij toepassing aan artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
25.1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1.