In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers, twee Syrische broers, tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de minister van Asiel en Migratie. De aanvragen werden afgewezen op 21 juni 2023, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 9 december 2024 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 25 juli 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eisers als verweerder aanwezig waren.
Eisers, geboren in 1996 en 2001, hebben in het verleden gewerkt en kunnen in hun eigen onderhoud voorzien, wat volgens verweerder betekent dat het jongvolwassenenbeleid niet op hen van toepassing is. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder ten onrechte heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM, omdat eisers momenteel niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien door de moeilijke humanitaire omstandigheden in Libanon. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet alle relevante feiten en omstandigheden heeft betrokken bij zijn besluitvorming.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak. Daarnaast verklaart de rechtbank het beroep tegen het niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk, maar veroordeelt verweerder wel in de proceskosten van eisers, die op € 2.267,50 worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van alle feiten en omstandigheden bij de toepassing van het jongvolwassenenbeleid.