ECLI:NL:RBDHA:2025:1611
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheidsbepaling onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 februari 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser had op 11 mei 2024 een asielaanvraag ingediend, maar de Franse autoriteiten hadden al eerder een Schengenvisum afgegeven, waardoor Frankrijk verantwoordelijk was voor de asielaanvraag. Eiser voerde aan dat hij een visum had voor het Schengengebied en dat de Franse autoriteiten niet tijdig om overname waren verzocht. De rechtbank oordeelde dat het verzoek om overname tijdig was gedaan en dat de Franse autoriteiten zich aan hun verplichtingen zouden houden. Eiser had niet aangetoond dat hij in Frankrijk geen adequate opvang zou krijgen en de rechtbank oordeelde dat de intentie van eiser om naar Nederland te komen niet leidend was voor de verantwoordelijkheidsbepaling. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskosten af.