De Meelfabriek vordert op haar beurt in reconventie – samengevat en na wijziging van eis – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. te verklaren voor recht dat de gemeente tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst; en
II. de vaststellingsovereenkomst te ontbinden; en
III. de gemeente te veroordelen tot betaling van schadevergoeding van € 1.139.876,44 (het verschil tussen de leges die de Meelfabriek heeft betaald en de leges die de gemeente had moeten vaststellen) en tot betaling van € 40.446 aan incassokosten; of
IV. de gemeente te gebieden om binnen twee weken na het wijzen van een tussenvonnis bewijsstukken over te leggen waaruit de hoogte van de werkelijke kosten van de gemeente blijkt met betrekking tot de behandeling van de aanvragen voor omgevingsvergunningen van de Meelfabriek, en daarna de leges vast te stellen aan de hand van deze daadwerkelijke kosten met bepaling dat het teveel door de Meelfabriek betaalde bedrag binnen veertien dagen na het wijzen van het eindvonnis door de gemeente moet worden terugbetaald aan de Meelfabriek uit hoofde van schadevergoeding, evenals het bedrag van € 40.446 aan incassokosten;
subsidiair:
I. te verklaren voor recht dat de gemeente tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst; en
II. te bepalen dat de Meelfabriek van haar verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst tussen partijen is bevrijd; en
III. de gemeente te veroordelen tot nakoming van haar inspanningsverplichting uit de vaststellingsovereenkomst, inhoudende dat de leges worden vastgesteld op € 350.000 en dat het teveel betaalde bedrag aan leges ad € 1.139.876,44 en de incassokosten van € 40.446 uit hoofde van schadevergoeding worden terugbetaald aan de Meelfabriek; of
IV. de gemeente te gebieden om binnen twee weken na het wijzen van een tussenvonnis bewijsstukken over te leggen waaruit de hoogte van de werkelijke kosten van de gemeente blijkt met betrekking tot de behandeling van de aanvragen voor omgevingsvergunningen van de Meelfabriek, en daarna de leges vast te stellen aan de hand van deze daadwerkelijke kosten met bepaling dat het teveel door de Meelfabriek betaalde bedrag binnen veertien dagen na het wijzen van het eindvonnis door de gemeente moet worden terugbetaald aan de Meelfabriek uit hoofde van schadevergoeding, evenals het bedrag van € 40.446 aan incassokosten;
meer subsidiair:
I. te verklaren voor recht dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld jegens de Meelfabriek in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW); en
II. de gemeente te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 1.139.876,44 en tot betaling van € 40.446 aan incassokosten; of
III. de gemeente te gebieden om binnen twee weken na het wijzen van een tussenvonnis bewijsstukken over te leggen waaruit de hoogte van de werkelijke kosten van de gemeente blijkt met betrekking tot de behandeling van de aanvragen voor omgevingsvergunningen van de Meelfabriek, en daarna de leges vast te stellen aan de hand van deze daadwerkelijke kosten met bepaling dat het teveel door de Meelfabriek betaalde bedrag binnen veertien dagen na het wijzen van het eindvonnis door de gemeente moet worden terugbetaald aan de Meelfabriek uit hoofde van schadevergoeding, evenals het bedrag van € 40.446 aan incassokosten;
meest subsidiair (voorwaardelijk)
I. bij toewijzing van de vordering van de gemeente: rekening te houden met de leemte in de vaststellingsovereenkomst en te bepalen dat de Meelfabriek ten hoogste 31 vergunninghouders moet toelaten tot de Meelfabriekgarage, dat partijen het aantal openbare parkeerplaatsen in de oostelijke binnenstad jaarlijks vaststellen en dat voor iedere parkeerplaats minder dan 402 de verplichting van de Meelfabriek afneemt met 0,72 parkeerplaats en daaraan tevens nog verschillende voorwaarden te verbinden; en
II. te verklaren voor recht dat de gemeente tekort is geschoten in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst;
III. de gemeente te veroordelen tot nakoming van haar inspanningsverplichting uit de vaststellingsovereenkomst zoals hiervoor omschreven bij subsidiair onder III; of
IV. de gemeente te gebieden om binnen twee weken na het wijzen van een tussenvonnis bewijsstukken over te leggen waaruit de hoogte van de werkelijke kosten van de gemeente blijkt met betrekking tot de behandeling van de aanvragen voor omgevingsvergunningen van de Meelfabriek, en daarna de leges vast te stellen aan de hand van deze daadwerkelijke kosten met bepaling dat het teveel door de Meelfabriek betaalde bedrag binnen veertien dagen na het wijzen van het eindvonnis door de gemeente moet worden terugbetaald aan de Meelfabriek uit hoofde van schadevergoeding, evenals het bedrag van € 40.446 aan incassokosten;
primair en (meer en meest) subsidiair:
I. de gemeente te veroordelen in de proceskosten.