Uitspraak
[verzoeker] ,
Inleiding
De procedure in raadkamer
Het verzoek
Het standpunt van de officier van justitie
Het oordeel van de rechtbank
“dat de politie bezig is met een oriënterend onderzoek waarbij meer informatie wordt verzameld. Of de beschuldigde als verdachte wordt aangemerkt, zal het OM later beoordelen. De uitkomst hiervan zal ik t.z.t. aan uw cliënt berichten via u.”In dit bericht heeft zij de raadsman ook laten weten dat het Openbaar Ministerie op 15 februari 2024 het AD in reactie op vragen heeft geantwoord wat zij in het emailbericht gecursiveerd heeft weergegeven (namelijk de ook in deze beslissing hiervoor gecursiveerde tekst). Op 11 april 2024 heeft de officier van justitie aan de raadsman meegedeeld dat enkele getuigen door de politie zullen worden gehoord en dat aan de hand van de hieruit volgende bevindingen een beslissing zal worden genomen over het vervolg van het onderzoek. Op 17 mei 2024 heeft de officier van justitie de raadsman bericht dat zij besloten heeft het onderzoek af te ronden omdat zij geen verdenking heeft van verkrachting en dat zo dadelijk een persbericht uitgaat. In het persbericht staat onder andere vermeld: “
Naar aanleiding van de aangifte heeft de zedenpolitie uitgebreid onderzoek gedaan onder leiding van een officier van justitie. Prangende punt daarbij was om vast te stellen, 13,5 jaar na dato, of op dat moment in 2010 sprake is geweest van dwang. Dat is een wettelijke vereiste om tot een bewezenverklaring van verkrachting te komen. In het onderzoek is aangeefster gehoord, zijn overhandigde stukken gelezen en zijn meerdere getuigen gehoord. Dit onderzoek heeft geen informatie opgeleverd die de aangifte op het punt van dwang ondersteunt. Het Openbaar Ministerie komt daarom niet tot een verdenking van verkrachting.”