ECLI:NL:HR:2013:BX5566
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie in het belang der wet over vergoeding kosten raadsman bij sepot en beklagprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure in het belang der wet. De zaak betreft de vraag of artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van toepassing is bij een sepot en/of bij een beklagprocedure als bedoeld in artikel 12 Sv, wanneer deze procedures eindigen zonder oplegging van straf of maatregel. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad had cassatie ingesteld tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin aan de verdachte een schadevergoeding was toegekend voor de kosten van rechtsbijstand in het kader van de beklagprocedure.
De Hoge Raad overweegt dat de wetgever met artikel 591a Sv de mogelijkheid heeft willen creëren om een vergoeding voor de kosten van een raadsman toe te kennen, ook in situaties waarin de zaak eindigt zonder straf of maatregel. Dit houdt in dat ook in gevallen van sepot of een niet-ontvankelijkheid van een beklagprocedure, de kosten van rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking kunnen komen, mits er gronden van billijkheid aanwezig zijn. De Hoge Raad benadrukt dat de beoordeling van deze gronden aan de rechter is, die alle omstandigheden van het geval in acht moet nemen.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt dat de kosten van een raadsman, die zijn gemaakt in de onderzoeksfase of in het kader van een beklagprocedure, ook vergoed kunnen worden als de zaak eindigt zonder straf of maatregel. Dit biedt een belangrijke waarborg voor gewezen verdachten die in een vergelijkbare situatie verkeren, en onderstreept de noodzaak van een redelijke en billijke behandeling van verzoeken om schadevergoeding in het strafrecht.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof, waarbij de vergoeding van € 7.497,52 aan de gewezen verdachte is toegewezen.