ECLI:NL:RBDHA:2025:15190
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting naar Sri Lanka
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker, die in Nederland asiel heeft aangevraagd, is in bewaring gesteld met het oog op zijn uitzetting naar Sri Lanka. Verzoeker had eerder asiel aangevraagd, maar zijn verzoeken zijn afgewezen. Op 18 juli 2025 diende hij een opvolgende asielaanvraag in, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat deze aanvraag niet-ontvankelijk kan worden verklaard. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker geen nieuwe relevante elementen heeft aangedragen die zijn asielaanvraag kunnen ondersteunen. De voorzieningenrechter concludeert dat de uitzetting van verzoeker kan doorgaan, omdat er geen reden is om aan te nemen dat zijn bezwaar tegen het bestreden besluit een redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waarbij de belangen van verzoeker niet zwaarder wegen dan de belangen van de staat bij onmiddellijke uitzetting. De uitspraak is gedaan door mr. M. Garabitian, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Bakker. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.