Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser]
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
.Er zijn geen uitzonderingen mogelijk voor andere Syriërs. Eiser verwijst hierbij naar de website van de KAR. Eiser voert verder aan dat verweerder zich ten aanzien van het kunnen verkrijgen van een paspoort in het buitenland in het bestreden besluit beroept op een gedateerd ambtsbericht inzake Syrië. Inmiddels is de situatie in Syrië veranderd en is het onduidelijk of Syrische ambassades en consulaten paspoorten uitgeven aan personen zonder een geldig verblijfsdocument in het land waar zij zich bevinden. Eiser verwijst naar het besluit- en vertrekmoratorium inzake Syrië. Gelet op het vorenstaande kan het bestreden besluit geen stand houden en is er sprake van een motiveringsgebrek, aldus eiser.
.Verweerder stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat het aannemelijk is dat eiser opnieuw tot Irak zal worden toegelaten. Eiser is eerder in staat geweest om vanuit het buitenland een paspoort aan te vragen en heeft eerder in Irak een verblijfsvergunning gehad. De enkele stelling van eiser dat verweerder zich op een gedateerd ambtsbericht over Syrië beroept en het onduidelijk is of Syrische ambassades en consulaten paspoorten uitgeven aan personen zonder een geldig verblijfsdocument in het land waar zij zich bevinden, is onvoldoende onderbouwing dat eiser geen nieuw paspoort zal kunnen aanvragen. Niet is gebleken dat eiser geprobeerd heeft om een nieuw paspoort aan te vragen en dat dit niet mogelijk is. Van eiser mag immers de nodige inspanning worden verwacht om aan de toelatingsvoorwaarden te voldoen. Ook zou eiser volgens verweerder als Syriër een visum voor Irak kunnen aanvragen. Verweerder verwijst hierbij naar artikel 9 van de Foreigner Residence Law. Volgens verweerder volgt hieruit dat eiser als echtgenoot van een Irakese vrouw in aanmerking kan komen voor een entry visa en er vervolgens een jaar zou kunnen verblijven. Verder staat ook op de website van de Iraakse ambassade in Los Angeles, waar verweerder naar verwijst, dat een buitenlander die gehuwd is met een Irakese burger een entry visa kan aanvragen. Het is dan aan eiser om het tegendeel te onderbouwen. Uit de door eiser overgelegde e-mails van VWN en het ministerie van Buitenlandse Zaken (die over de nareisprocedure en mvv-afgiftes in Erbil lijken te gaan) volgt dat er een inreisverbod geldt voor Syriërs die de KAR willen inreizen en dat Syriërs een visum nodig hebben om naar de KAR te kunnen reizen. Uit de e-mails volgt niet dat eiser geen visum zal kunnen aanvragen en verkrijgen. Dit volgt ook niet uit de website van de KAR, zoals eiser stelt. Verweerder wijst er daarbij terecht op dat de echtgenote van eiser de Iraakse nationaliteit heeft en dat eisers gezin in Irak verblijft, zodat dat eisers situatie anders maakt dan andere Syriërs die naar Irak willen.