ECLI:NL:RBDHA:2025:13299

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
11455070 MB VERZ 24-11595
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersboete voor rijstrook wisselen zonder voorrang te verlenen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene, een B.V. De sanctie betrof een boete van € 289,00 voor het wisselen van rijstrook zonder het andere verkeer voor te laten gaan op 25 november 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 juli 2025 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals de gemachtigde van betrokkene. Betrokkene voerde aan dat hij al voorgesorteerd stond voor rechts en op het laatste moment naar links wilde gaan, maar dat hij werd gehinderd door een andere auto. Hij betwistte de rechtmatigheid van de boete en stelde dat de verbalisant hem had moeten staande houden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verdedigde de beslissing en stelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging.

De kantonrechter overwoog dat in WAHV-zaken de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid van de verklaring twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en dat de gedraging voldoende vaststond. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde boete, zonder bijzondere omstandigheden die tot matiging zouden leiden. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Dam, bijgestaan door D.C. Carsten, griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Leiden
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
Registratienummer team straf: 11455070 MB VERZ 24-11595
Uitspraakdatum : 8 juli 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene] B.V.
wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [plaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: J.T. de Graaf

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 juli 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde is ter zitting verschenen.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 289,00 (inclusief administratiekosten) wegens van rijstrook wisselen zonder het andere verkeer voor te laten gaan op 25 november 2023.
Beroepsgronden en standpunten
De beroepsgronden houden in de kern het volgende in. Betrokkene stond al voorgesorteerd voor rechts en besloot toen alsnog om naar links te gaan. Hij herinnerde zich namelijk ineens dat de weg daar verderop afgesloten was. Hiertoe deed hij zijn knipperlicht aan om naar links te gaan maar toen kwam er een auto aan die dat gat dichtreed om te voorkomen dat hij naar links ging. Daarna is betrokkene alsnog gewisseld van baan. Voorts merkt betrokkene op dat het verplicht is om de bestuurder staande te houden in zo’n geval. In dit geval was er ook gelegenheid voor, want er was een rood stoplicht dus de verbalisant had hem gewoon even kunnen aanspreken. In de afbeeldingen die door de verbalisant zijn gemaakt tijdens het rijden (dat mag dus ook niet) zit geen bewijs. Dit lijkt betrokkene dan ook niet rechtmatig. Tot slot stelt betrokkene dat hij zich niet herkent in wat de verbalisant over hem heeft opgeschreven.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep ongegrond te verklaren. De vertegenwoordiger heeft daarover in het bijzonder aangevoerd dat zij geen reden heeft om te twijfelen aan de verklaring van verbalisant. Die verklaring is voldoende bewijs voor de gedraging en ook blijkt er uit waarom de verbalisant betrokkene niet kon staande gehouden. Er is dan ook terecht op kenteken bekeurd, aldus de vertegenwoordiger.
Oordeel
Het beroep is ongegrond.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken. (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8983).
Uit het zaakoverzicht blijkt dat de gedraging is verricht. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd of in het dossier, geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De gedraging staat naar het oordeel van de kantonrechter dan ook voldoende vast en rechtvaardigt de opgelegde boete.
Artikel 5 Wahv houdt in - voor zover hier van belang - dat de administratieve sanctie wordt opgelegd aan de kentekenhouder, indien niet aanstonds is vastgesteld wie de bestuurder is van het motorvoertuig waarmee de gedraging heeft plaatsgevonden. Deze bepaling moet aldus worden verstaan dat de sanctie aan de bestuurder van het motorvoertuig dient te worden opgelegd ingeval zich een reële mogelijkheid voordoet tot staandehouding van die bestuurder.
Het zaakoverzicht houdt in dat geen staandehouding heeft plaatsgevonden omdat de verbalisant in een privévoertuig (en in privétijd) reed. Hieruit kan worden opgemaakt dat de verbalisant op dat moment niet de beschikking had over stopmiddelen (zie ECLI:NL:GHARL:2020:8844) en dat zich dus geen reële mogelijkheid heeft voorgedaan tot staandehouding van de bestuurder. In dit geval mocht de verbalisant dan ook volstaan met het op kenteken bekeuren.
De kantonrechter ziet ook geen bijzondere omstandigheden die tot matiging van de boete dienen te leiden.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Dam, kantonrechter, bijgestaan door D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.