ECLI:NL:RBDHA:2025:12952

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
R.09/25/1033
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met toepassing van de hardheidsclausule

Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin de heer [verzoeker] verzocht om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De heer [verzoeker] bevond zich in een problematische schuldensituatie, veroorzaakt door onder andere drugsgebruik, psychiatrische problemen, het overlijden van zijn moeder en een echtscheiding. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, waarbij zij de omstandigheden die hebben geleid tot de schulden in overweging heeft genomen. De rechtbank constateerde dat de heer [verzoeker] inmiddels zijn situatie onder controle heeft gekregen, onder andere door behandeling bij de GGZ en het hebben van een beschermingsbewindvoerder. De rechtbank heeft de toepassing van de WSNP uitgesproken en de termijn vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. Tevens is benoemd dat alle gelegde beslagen komen te vervallen en dat de bewindvoerder de post van de heer [verzoeker] gedurende de eerste dertien maanden in moet zien. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met griffier M.Y.P.M. Zeeman.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: R.09/25/1033
vonnis van 17 juli 2025
op het verzoek van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
verzoeker,
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 10 juli 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker] , vergezeld door zijn zus, [naam 1] ,
- [naam 2] , schuldhulpverlener namens Insolventie Flevoland, en
- [naam 3] , beschermingsbewindvoerder namens Mando B.V.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
De heer [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2.
De rechtbank constateert dat bij een aantal schulden vraagtekens kunnen worden geplaatst ten aanzien van de goede trouw van de heer [verzoeker] . Een groot deel van de schulden is immers ontstaan in de afgelopen drie jaar en enkele vorderingen zien op een strafrechtelijke veroordeling.
2.3.
De heer [verzoeker] heeft aangevoerd dat zijn schulden (mede) zijn ontstaan door de problematiek waarmee hij had te kampen, met name drugsgebruik en psychiatrische problematiek. Daar komt bij dat zijn moeder plotseling kwam te overlijden, zijn huwelijk strandde en hij een lange periode dakloos is geweest. Inmiddels is de situatie echter veranderd: de heer [verzoeker] is gemotiveerd zijn leven weer een positieve wending te geven en staat onder behandeling bij de GGZ en Perspektief. Daarnaast heeft hij sinds 6 mei 2024 een beschermingsbewindvoerder en heeft hij sinds kort weer een eigen (convenant)woning. Zijn verslavingsproblematiek is sinds 2024 onder controle, waar de GGZ bovendien nauwlettend op toeziet.
2.4.
Een en ander leidt ertoe dat de rechtbank met toepassing van de zogeheten hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 van de Faillissementswet de heer [verzoeker] het voordeel van de twijfel zal geven en het verzoek zal toewijzen. De rechtbank kan ervan uitgaan dat de heer [verzoeker] de omstandigheden die (mede) bepalend zijn geweest voor het ontstaan van zijn schulden in voldoende mate onder controle heeft gekregen.
2.5.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.6.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [verzoeker] .
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de heer [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.8.
Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.9.
De termijn van de schuldsaneringsregeling gaat in op de dag van deze uitspraak. Het aangeleverde dossier biedt geen of te weinig (concrete en overzichtelijke) aanknopingspunten voor het bepalen van een eerdere ingangsdatum.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 17 juli 2025;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. D. de Loor en tot bewindvoerder:
K. Petridis (Noordzij Insolventies B.V.)
Postbus 144
2260 AC Leidschendam;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met M.Y.P.M. Zeeman, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2025.