ECLI:NL:RBDHA:2025:1206
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard wegens onbekende bestemming van eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2025 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling is genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 23 januari 2025 met onbekende bestemming is vertrokken en sindsdien geen contact meer heeft gehad met zijn gemachtigde. Dit leidde tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep tegen het bestreden besluit. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting verklaard dat hij eiser voor het laatst heeft gezien tijdens de kennismaking in het aanmeldcentrum en sindsdien geen reactie meer heeft ontvangen op zijn e-mails. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat wanneer een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder de autoriteiten te informeren over zijn verblijfplaats, er in beginsel vanuit wordt gegaan dat hij geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk verzochte bescherming in Nederland. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.