ECLI:NL:RBDHA:2025:114
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de tegemoetkoming in faunaschade door ganzen aan biologisch grasland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 januari 2025, wordt het beroep van Biokaas Kinderdijk tegen de toekenning van een tegemoetkoming in faunaschade beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.C. van Meppelen Scheppink, had een aanvraag ingediend voor schadevergoeding wegens schade aan zijn biologisch grasland, veroorzaakt door ganzen. Verweerder, het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, had op 3 december 2020 een tegemoetkoming van € 3.422,07 toegekend, na taxatie door deskundigen. Eiser was het niet eens met de hoogte van de schadevergoeding en de wijze van taxatie, en heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank behandelt de zaak en constateert dat de taxatie niet volgens de vereiste zorgvuldigheid is uitgevoerd. De taxateurs hebben niet binnen de voorgeschreven termijn van 7 dagen na de opdracht getaxeerd en hebben slechts één keer het perceel bezocht, terwijl meerdere bezoeken noodzakelijk zijn om een goed beeld van de schade te krijgen. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet aan zijn vergewisplicht heeft voldaan door het advies van de taxateurs zonder meer over te nemen. Dit leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en vernietigd moet worden.
De rechtbank oordeelt verder dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 2.000,-, te verdelen tussen verweerder en de Staat der Nederlanden. De rechtbank draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Eiser krijgt ook zijn griffierecht en proceskosten vergoed.