In deze zaak heeft eiser een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het vergroten van een dakterras en het plaatsen van een balustrade met zonnepanelen. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat de aangeleverde gegevens onvoldoende waren voor een inhoudelijke beoordeling. Eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of eiser nog procesbelang heeft. De rechtbank concludeert dat eiser geen reëel en actueel belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, omdat hij inmiddels een nieuwe aanvraag heeft ingediend die door het college in behandeling is genomen. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank legt uit dat procesbelang vereist is voor een inhoudelijke beoordeling en dat dit belang ontbreekt wanneer er geen actuele belangen meer zijn. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.H. van den Ende, rechter, en is openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.