ECLI:NL:RBDHA:2025:1117
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag wegens plichtsverzuim van politieambtenaar na rijden onder invloed van alcohol
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag met een proeftijd van twee jaar behandeld. Eiser, werkzaam bij de politie sinds 2002, kreeg deze straf opgelegd na incidenten tijdens een personeelsfeest op 20 oktober 2022, waar hij onder invloed van alcohol op een scooter zou hebben gereden. De rechtbank oordeelt dat de korpschef, verweerder, voldoende bewijs heeft geleverd dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim. De rechtbank wijst erop dat de Dräger-blaastest, die een overschrijding van de toegestane alcoholwaarde aangaf, betrouwbaar is en dat de verklaringen van collega's de uitslag ondersteunen. Eiser betwist de betrouwbaarheid van de blaastest en stelt dat hij zich aan de alcoholnorm heeft gehouden, maar de rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor zijn stelling. De rechtbank concludeert dat de opgelegde disciplinaire straf niet onevenredig is, gezien de ernst van het plichtsverzuim en de hoge eisen die aan politieambtenaren worden gesteld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard.