Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
de minister van Asiel en Migratie,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2025 wordt het beroep van een Syrische eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag op 1 mei 2025 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 19 juni 2025 behandeld, waarbij de eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, op basis van de Dublinverordening en het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De eiseres voerde aan dat zij in Frankrijk te vrezen heeft voor indirect réfoulement en discriminatie vanwege haar geaardheid en hiv-besmetting. De rechtbank oordeelt echter dat de eiseres niet heeft aangetoond dat er in haar specifieke geval sprake is van schending van haar rechten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiseres kan worden overgedragen aan Frankrijk. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van lidstaten onder de Dublinverordening en de noodzaak voor de eiseres om haar claims over de situatie in Frankrijk te onderbouwen.