Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van gezinshereniging. De aanvraag is op 7 september 2023 ingediend, en de minister had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen, dus uiterlijk op 6 december 2023, moeten beslissen. Aangezien de minister niet tijdig heeft beslist, hebben eisers op 10 januari 2024 een ingebrekestelling ingediend. Het beroep is op 18 april 2024 ingesteld, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep tijdig is ingediend en kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister in gebreke is gebleven en heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft ook de verbeurde bestuurlijke dwangsommen vastgesteld op € 1.442 en de proceskosten van eisers op € 453,50. De uitspraak is gedaan op 23 juni 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt.