8.2Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat het bestreden besluit niet strijdig is met de onschuldpresumptie.
9. De ambtenaar, die zich aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan disciplinair worden gestraft,waaronder door het opleggen van ontslag.Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, wat een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden moet nalaten of doen.Voor plichtsverzuim dat tot het opleggen van ontslag aanleiding kan geven is noodzakelijk, dat op basis van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging is verkregen dat de betrokken ambtenaar de verweten gedragingen heeft begaan.
10. In artikel 4 van de Regeling civiele dienstauto’s staat vermeld dat privégebruik van een civiele dienstauto niet is toegestaan.
11. De normen waaraan defensieambtenaren moeten voldoen, zijn bovendien neergelegd in de Gedragsregels Defensie Sociale Veiligheid & Integriteit, waarin ook is vermeld:
“
Ik rijd met de dienstauto geen privékilometers. Privégebruik van de dienstauto is niet toegestaan. De dienstauto wordt alleen ingezet voor het werk en met toestemming van de leidinggevende”.
12. Eiser heeft op 30 augustus 2017 daarnaast een “Verklaring geen privégebruik ter beschikking gestelde (civiele) dienstauto” getekend, waarin is opgenomen:
“
Door ondertekening verklaart ondergetekende de ter beschikking gestelde (civiele) dienstauto NIET voor privédoeleinden te zullen gebruiken. Ondergetekende weet dat het privégebruik van (civiele) dienstauto's bij Defensie is verboden. Het gebruik van de (civiele) dienstauto, voor reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, is uitsluitend toegestaan na voorafgaande toestemming van het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 3 onder b van de Regeling civiele dienstauto's.”
Voor een eerdere dienstauto heeft eiser een gelijkluidende verklaring ondertekend.
13. In weerwil van de bij eiser bekende (gedrags)regels en de door hem ondertekende verklaring, heeft hij tussen 1 juni 2023 en 5 oktober 2023 vele tientallen privéritten met de dienstauto gereden. Hij heeft de ontoelaatbaarheid daarvan kunnen inzien en naar dat inzicht kunnen handelen. Dit blijkt ook uit de verklaring van eiser tijdens de hoorzitting van 23 november 2023.
14. Eisers betoog dat hij de privéritten met de dienstauto mocht afleggen, omdat hij op ieder moment inzetbaar kon zijn en niet van auto kon wisselen, gaat lijnrecht in tegen de ondertekende verklaring en de gedragsregels. Bovendien kreeg eiser geen piketdiensten of andere opdrachten buiten kantooruren. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat het ondoenlijk was om zich aan het verbod tot privégebruik te houden. Eventueel had hij de mogelijkheid om toestemming van zijn werkgever te vragen, maar dat heeft hij niet gedaan. Dat zich een noodzaak tot privégebruik heeft voorgedaan, stuit ook af op zijn verklaring van 17 november 2022, waarin hij aangaf dat het privégebruik te maken had met gewenning en gemakzucht.
15. Ter zitting heeft de leidinggevende van eiser, de heer [naam] , toegelicht dat eiser zijn werk tussen 8 uur in de ochtend en 5 uur in de middag deed. Als buiten reguliere werktijden een plaag moet worden bestreden, wordt contact opgenomen met Ongedierte Bestrijding Nederland; dit gaat buiten eiser om. De stelling van eiser dat hij zich beschikbaar hield voor werk en daarom geregeld in de avonduren en in weekenden met de dienstauto reed, volgt de rechtbank dan ook niet. Temeer nu ook is gebleken dat eiser tijdens verlof gebruik heeft gemaakt van de dienstauto.
16. Dat verweerder het privégebruik zou hebben gedoogd, wordt weerlegd door het feit dat eiser in 2020 en 2022 er nadrukkelijk op is aangesproken. Op 6 april 2020 is expliciet aan eiser medegedeeld, dat als het nogmaals zou voorkomen, dit zeer waarschijnlijk ongewenste consequenties voor hem zou hebben. Verweerder heeft dus niet het vertrouwen gewekt dat een disciplinaire maatregel zou uitblijven.
17. In het licht van het voorgaande heeft verweerder op goede gronden de overtuiging gekregen dat sprake is van een plichtsverzuim dat aan eiser valt toe te rekenen.
18. Een ontslag mag niet onevenredig zijn. Dit brengt mee, dat de zwaarte van deze sanctie in verhouding moet staan tot de ernst van het plichtsverzuim. De rechtbank toetst dit indringend.