Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 21 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor verblijf bij haar referent. De rechtbank heeft eerder, op 30 september 2024, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. Echter, op 11 februari 2025 heeft eiseres opnieuw beroep ingesteld omdat verweerder wederom niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, aangezien de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en verweerder geen besluit heeft genomen op de aanvraag van de referent. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en heeft een dwangsom van € 200 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50 en moet het door eiseres betaalde griffierecht van € 194 vergoeden.