ECLI:NL:RBDHA:2025:10102
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van een Ugandees homoseksueel en de afwijzing door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft een eiser uit Uganda voor de tweede keer asiel aangevraagd in Nederland, waarbij hij stelt dat hij homoseksueel is en daardoor in Uganda problemen ondervindt. De eerste aanvraag werd afgewezen omdat de minister van Asiel en Migratie de geaardheid van de eiser ongeloofwaardig achtte. De eiser heeft verschillende documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claim, waaronder rapporten van LGBT-organisaties en persoonlijke verklaringen. De minister heeft de tweede aanvraag opnieuw afgewezen, wederom met de stelling dat de geaardheid van de eiser niet geloofwaardig is. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de nieuw ingebrachte stukken en het referentiekader van de eiser. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen en vernietigt het besluit. De rechtbank draagt de minister op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de eiser.