Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser] [woonplaats 1] ,
[eiseres]te [woonplaats 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juni 2023, met producties 1 tot en met 19;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 29 november 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen.
2.De feiten
1. Kostenoverzicht
Vraag 1: Wat betreft de omschrijving van de geconstateerde gebreken/schade en wat is daarvan de ernst?
Vraag 7: Wat betreft de schadevaststelling op basis van herstel en/of waardevermindering?
€ 18.000,-- all-in excl. B.T.W. Hierin is geen rekening gehouden met eventueel rechtzetten (opvijzelen) van de woning. Hiermee is de woning dus alleen gestabiliseerd en nog niet recht gezet.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
Graag een nul meting uitvoeren in verband met projectontwikkeling, nieuwbouw, in een wijk die tegenover de woning gerealiseerd wordt’. De opmerking in de conclusie dat de erfscheidingsmuur aan de achterzijde van het perceel zeer slecht is en dat de constructieve veiligheid momenteel niet is gewaarborgd, is in het geheel niet toegelicht. Onduidelijk is of deze opmerking betrekking heeft op de muur zelf of op de woning. Verder heeft [naam 1] in zijn e-mail van 10 februari 2022 herhaald dat het gaat om een grondkerende muur, maar hij heeft dit in het geheel niet toegelicht. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] en het feit dat uit het onder 2.8 bedoelde vonnis blijkt dat er toch sterke aanwijzingen zijn dat het (in ieder geval aanvankelijk) niet om een grondkerende muur ging – zo is onder 4.7.2. overwogen dat de muur volgens de verkoper door gasten van een camping provisorisch is gebouwd, wat volgens de rechtbank steun vond in foto’s van de muur en de bevinding van [naam 1] dat de muur ‘in een zeer matige constructie’ is opgetrokken – was een nadere onderbouwing op dit punt nodig. Bij deze stand van zaken kan niet worden vastgesteld dat de muur grondkerend was en dat deze onderdeel had moeten uitmaken van de keuring door [gedaagde] .