Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juni 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 8 maart 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig is bevonden tot het sluiten van het onderzoek dat aan een eerdere uitspraak ten grondslag ligt. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn en dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er op basis van de voortgangsgegevens, waaronder een geplande presentatie in persoon bij de Algerijnse autoriteiten, voldoende zicht op uitzetting aanwezig is. Eiser heeft geweigerd om aan deze presentatie deel te nemen, wat zijn situatie niet heeft verbeterd.
De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig was, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval is. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, en is openbaar gemaakt op 4 juni 2024. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.