ECLI:NL:RBDHA:2024:9331
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 12 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 28 april 2024 en eerder getoetst op 13 mei 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voldoende voortvarend handelt in de uitzetting van eiser, ondanks de zorgen die eiser heeft geuit over de voortgang. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat er geen gronden zijn om deze op te heffen. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank benadrukt dat de staatssecretaris afhankelijk is van de Algerijnse autoriteiten voor de afgifte van een laissez-passer en dat de tijd die hiermee gemoeid is, niet in de macht van de staatssecretaris ligt. De rechtbank besluit dat de maatregel van bewaring in stand blijft en dat er geen proceskosten aan eiser worden vergoed.