Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
advocaat: mr. Th.C.J.A. van Engelen te Utrecht,
SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.,
advocaat: mr. B.J. Berghuis van Woortman te Amsterdam,
de rechtspersoon naar vreemd recht
HP, INC.,
te Palo Alto (Verenigde Staten van Amerika),
2. de rechtspersoon naar vreemd recht
HP PRINTING KOREA CO., LTD.,
te Suwon (Zuid-Korea),
gevoegde partijen aan de zijde van gedaagde,
advocaat: mr. B.J. Berghuis van Woortman te Amsterdam.
1. Waar gaat deze zaak over?
2. De procedure
- de op 15 oktober 2021 aan Samsung uitgebrachte dagvaarding;
- de akte houdende overlegging producties behorende bij dagvaarding d.d. 15 oktober 2021, met producties 1 en 2;
- het op 2 februari 2022 aan Samsung uitgebrachte herstelexploot;
- het op 1 juni 2022 aan Samsung uitgebrachte herstelexploot;
- de incidentele conclusie tot voeging ex art. 217 Rv [1] van HP c.s., waarbij HP c.s. hebben gevorderd zich te mogen voegen aan de zijde van Samsung, met producties VP01 en VP02;
- het antwoord in incident van PrintAbout;
- de conclusie van antwoord in het voegingsincident ex art. 217 Rv van Samsung;
- het extract uit het audiëntieblad van de openbare terechtzitting van deze rechtbank, gehouden op 9 november 2022, waarin is opgenomen dat de rechtbank het verzoek van HP c.s. om zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van Samsung, toewijst en verder dat de beslissing over de kosten in het incident wordt aangehouden en dat de hoofdzaak wordt verwezen naar de rol van 21 december 2022 voor conclusie van antwoord zowel aan de zijde van Samsung als aan de zijde van HP c.s.;
- de conclusie van antwoord van HP c.s., met productie VP03;
- de conclusie van antwoord van Samsung, met productie GP01;
- de conclusie tot wijziging van eis inzake de aan de zijde van Samsung gevoegde partijen HP Inc. en HP Printing Korea Co., Ltd.;
- het tussenvonnis van deze rechtbank van 14 juni 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald voor 25 april 2024;
- de conclusie tot wijziging van eis tevens akte houdende overlegging aanvullende producties, met producties 3 tot en met 6;
- de akte houdende overlegging productie van Samsung en HP c.s., met productie VP04;
- het e-mailbericht van de zijde van PrintAbout, met als bijlage de productie die in de dagvaarding is aangeduid als productie 2 [2] ;
- de akte houdende overlegging productie van PrintAbout, met productie 7 (een aanvullend proceskostenoverzicht ex artikel 1019h Rv);
- het e-mailbericht van Samsung en HP c.s. van 24 april 2024, met als bijlage een aanvulling op de reeds in een eerdere fase van de procedure gedane kostenopgave.
3. De feiten
type-aanduidingen CLP, ML en SCX luidden (hierna: CLP-printers, ML-printers en
SCX-printers) alsmede verwisselbare tonercartridges die geschikt zijn voor gebruik in die printers.
- EP 2 037 327 (hierna: EP 327) voor een ‘
Image forming apparatus and the use of a developing device’;
Developing device and an image forming apparatus’;
- EP 2 325 701 (hierna: EP 701) voor een ‘
Developing device, image forming apparatus and use of the developing device’;
Developing unit and image forming apparatus having the same’;
Developer and image forming apparatus including the same’.
- een op 8 maart 2010 onder nummer 001200687-0001 geregistreerd Gemeenschapsmodel voor ‘Developing devices for printers’ (hierna: GM 687).
ML-printers en SCX-printers van Samsung. Hiertegenover stelden PrintAbout, Digital Revolution en Maxperian zich – onder meer – op het standpunt dat door de Samsung ingeroepen octrooi- en modelrechten (om meerdere redenen) niet geldig zijn en dat zij geen inbreuk maakten op die rechten.
- dat het spoedeisend belang van Samsung bij de gevorderde maatregelen, voor zover deze betrekking hebben op de gestelde inbreuk op de Gemeenschapsmodelrechten, is komen te vervallen;
- dat voorshands moet worden aangenomen dat de conclusies 1, 2 en 12 van EP 744 niet nieuw zijn (in het licht van het Amerikaanse octrooi US 5,246,493) en dat de door PrintAbout, Digital Revolution en Maxperian verhandelde cartridges niet onder de beschermingsomvang van de conclusies 3 tot en met 11 van dat octrooi vallen (en er dus geen inbreuk werd gemaakt);
- dat voorshands moet worden aangenomen dat EP 537 geldig is (want nawerkbaar en nieuw en inventief in het licht van verschillende andere octrooien, octrooiaanvragen en algemene vakkennis) en dat PrintAbout, Digital Revolution en Maxperian inbreuk hebben gemaakt/maken op dat octrooi.
BACKGROUND:
for laser printers, including but not limited to the European patents with numbers EP
1.975.744, EP 2.357.537, EP 2.325.701, EP 2.256.559 and EP 2.037.327, which are
(inter alia)The Netherlands, and the Registered Community
Intellectual Property");
(docket no.KG ZA 13/1342)and on 14 and 15 November 2013 in two main proceedings
(docket no's
Agreement") in order to settle the dispute and terminate all court proceedings set forth herein above.
1.Cease-and-Desist
Schedule 1.
2.Damage compensation
4.4. Withdrawal of all pending proceedings and Discharge
(doorhaling).
6.No dissolution
8.Governing law and competent court
Inventiviteit
partial problemsbenadering, door de inventiviteit van ieder van de door de onderconclusies toegevoegde maatregelen afzonderlijk te beoordelen. Daarbij verliest Samsung uit het oog dat die benadering alleen niet is toegelaten indien en voor zover daadwerkelijk sprake is van een combinatie-uitvinding. Daarvoor is vereist dat met de verschillende maatregelen van een conclusie een gecombineerd synergetisch effect wordt bereikt. Indien de verschillende maatregelen enkel zijn samengevoegd, zonder dat sprake is van een gecombineerd effect dat boven de optelsom van de individuele effecten van de afzonderlijke maatregelen uitstijgt, is geen sprake van een combinatie-uitvinding en dient de inventiviteit van de verschillende maatregelen afzonderlijk te worden beoordeeld.
‘Inventiviteit EP 327
problem-and-solution-approach.
A. de plaats van het photoconductive medium (buiten de cartridge); en (daarmee)
B. de developing roller (niet achter de photoconductive medium maar) aan de voorzijde.
7voorgeschreven specifieke volgorde van de verschillende terminals van de geheugeneenheid. Het verschil in volgorde van de terminals van de geheugeneenheid van de cartridge volgens volgconclusies 5, 6 en 8 ten opzichte van die in de ML-1630/1631-cartridge bestaat hierin dat de voor de datacommunicatie tussen de geheugeneenheid en de printer belangrijkste terminal – de data transmission terminal – relatief nog verder verwijderd is van de aandrijfkrachtopname-eenheid (en dichter bij de vermogensopname-eenheid, conclusie 8). In de ML-1630/1631-cartridge is het aansluitelement voor gegevenscommunicatie immers het tweede element (zie de laatste afbeelding onder r.o. 4.17 “DATA”), terwijl datzelfde element in volgconclusies 5, 6 en 8 het eerste element (181a) is. Met Samsung zal worden aangenomen dat de trillingen bij de data transmission terminal daardoor verder verminderd zijn waardoor die verbinding stabieler is en fouten in de communicatie verder worden verminderd.
Hulpverzoeken
B. wherein the main body cover includes terminal contact points (13) and a pressing member (12), wherein, when the developing device is mounted to the main body and the main body cover (11) is in a closed state, the pressing member (12) elastically presses the rear end (101) of the developing device (100) with a predetermined elasticity and the terminal contact points (13) are electrically and elastically connected with the terminals of the memory unit (180).
niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep omdat zij geen grieven tegen het vonnis hebben voorgedragen. [11] Tegen dit arrest hebben Samsung en HP Printing geen cassatie ingesteld.
S-Printing Solution Co., Ltd (gevestigd in Zuid-Korea, hierna: S-Printing), Samsung en
HP Inc., staat, voor zover hier van belang, het volgende:
US 6,898,402 B2 als ‘closest prior art’, de oplossing voor het technische probleem dat
EP 327 beschrijft, voor de gemiddelde vakpersoon niet voor de hand ligt als hij hetgeen in die octrooiaanvrage onder bescherming wordt gesteld, combineert met de ‘prior use Samsung’.
B. voor zover nodig of nog van belang, de Settlement Agreement tegenover Samsung en/HP c.s. met terugwerkende kracht vernietigt dan wel ontbindt, althans voor recht verklaart dat de onthoudingsverplichtingen van artikel 1 van de Settlement Agreement niet van toepassing zijn betreffende de Octrooien, althans een in goede justitie te bepalen wijze van vernietiging, ontbinding of buiten toepassing verklaring;
C. Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, veroordeelt de door PrintAbout betaalde schadevergoeding van € 10.000,-- aan PrintAbout, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 augustus 2014, te betalen en bepaalt dat betaling daarvan dient te geschieden binnen zeven dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis respectievelijk binnen zeven zagen na betekening van het te wijzen vonnis, bij gebreke waarvan daarover wettelijke rente verschuldigd zal worden ex artikel 6:119 BW [14] vanaf de dag van het te wijzen vonnis tot en met de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie uit te bepalen veroordeling;
D. voor recht verklaart dat Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, door het nalaten PrintAbout volgend op het 2018 Vonnis te informeren dat EP 701, EP 559 en EP 327 waren vernietigd en volgend op het 2020 Arrest te informeren dat EP 744 was vernietigd en GM 551 en GM 687 nietig waren verklaard, onrechtmatig heeft/hebben gehandeld en aansprakelijk is/zijn voor de daardoor door PrintAbout geleden schade en Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, veroordeelt tot betaling van die schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2018 respectievelijk 21 april 2020, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
E. voor recht verklaart dat Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, onrechtmatig heeft/hebben gehandeld door het in het lichaam van de dagvaarding bedoelde verzwijgen van de daar bedoelde informatie inzake de relevante stand van de techniek voor de Octrooien bij zowel het verwerven van de Octrooien als het handhaven daarvan in de procedures en middels de Settlement Agreement en voor recht verklaart dat Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, aansprakelijk is/zijn voor de daardoor veroorzaakte schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2014, en Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, veroordeelt tot betaling van die schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
F. Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, veroordeelt tot betaling van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten van PrintAbout, zoals bedoeld in artikel 1019h Rv en zoals nader aangegeven in de loop van de procedure, inclusief nakosten, althans Samsung en/of HP c.s., ieder hoofdelijk, veroordeelt in de kosten van het geding, inclusief nakosten, en bepaalt dat betaling van alle bedoelde kosten dient te geschieden binnen zeven dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis, bij gebreke waarvan daarover wettelijke rente verschuldigd zal worden ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van het te wijzen vonnis tot en met de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen kostenveroordeling.
EP 744. Samsung heeft immers reeds in oktober 2021 aan PrintAbout te kennen gegeven dat de verhandeling van een deel van de cartridges die op grond van de Settlement Agreement niet verkocht mochten worden door PrintAbout, hervat kon worden. Dit betreft de cartridges die volgens Samsung inbreuk maakten op EP 327, EP 559 en EP 701. Daarnaast heeft Samsung in deze procedure te kennen gegeven dat dit ook is toegestaan waar het gaat om de cartridges met de verhandeling waarvan volgens Samsung inbreuk werd gemaakt op
- dat EP 327, EP 559 en EP 701 zouden worden vernietigd wegens een gebrek aan inventiviteit ten opzichte van eigen cartridges van Samsung, namelijk de cartridges voor Samsung-printers ML-1630 en ML-1631 (hierna: de ML-1630-cartridge en de
ML-1631-cartridge);
en zij dit destijds (dus) heeft verzwegen.
ML-1630 en ML-1631.
gewezen – na het doorlopen van verschillende stappen.
developing cartridges(cartridges zonder fotogeleidend medium) als
process cartridges(cartridges met fotogeleidend medium) zijn, terwijl Samsung betoogde dat alleen
developing cartridgesin de beoordeling moesten worden betrokken. De rechtbank volgde Yorcom, Maxperian en Digital Revolution in hun betoog. Vervolgens lag de vraag ter beantwoording voor of de Samsung-cartridges ML-1630 en ML-1631, beide
process cartridges, al vóór de relevante prioriteitsdatum (29 februari 2008) op de markt waren, hetgeen Yorcom, Maxperian en Digital Revolution stelden en Samsung betwistte. De rechtbank oordeelde dat Samsung onvoldoende had ingebracht tegen de onderbouwing van Yorcom, Maxperian en Digital Revolution op dit punt. Hierna paste de rechtbank de zogenoemde
problem-and-solution-approachtoe op ieder van de conclusies van EP 327. Achtereenvolgens (i) bepaalde de rechtbank welke openbaarmaking uit de stand van de techniek beschouwd kan en mag worden als ‘de meest nabije stand van de techniek’, (ii) stelde de rechtbank ‘het objectieve technische probleem dat EP 327 beoogt op te lossen’ vast (aan de hand van een analyse van de verschillen tussen de meest nabije stand van de techniek en hetgeen in de verschillende conclusies van EP 327 is geclaimd) en (iii) beoordeelde de rechtbank tot slot of de door EP 327 geclaimde oplossing op grond van de meest nabije stand van de techniek en het objectieve technische probleem voor de gemiddelde vakpersoon voor de hand liggend is. Yorcom, Maxperian en Digital Revolution enerzijds en Samsung anderzijds namen ten aanzien hiervan ieder ook verschillende standpunten in. De rechtbank volgde Yorcom, Maxperian en Digital Revolution in hun betoog dat bij toepassing van de
problem-and-solution-approachEP 327 (zoals verleend) inventiviteit ontbeert. Tot slot moest de rechtbank nog beoordelen of het hulpverzoek dat Samsung inriep voor conclusie 1 van EP 327, dat octrooi kon redden. De rechtbank beantwoordde deze vraag ontkennend. Ten aanzien van EP 559 en EP 701 en de hulpverzoeken die Samsung ter zake die octrooien inriep, kwam de rechtbank tot eenzelfde conclusie als zij kwam ten aanzien van EP 327 (omdat ervan uit moest worden gegaan, nu dit tussen partijen geen punt van discussie was) dat deze octrooien dezelfde (type) cartridge(s), dezelfde problematiek en dezelfde oplossingen beschrijven).
EP 327, EP 559 en EP 701 handhaafde jegens concurrenten en niet jegens afnemers, maakt dat van onrechtmatig handhaven van deze later vernietigde octrooien geen sprake is.
problem-and-solution-approach. In het kader daarvan lag voor (i) of de CLP-600 cartridge als meest nabije stand van de techniek kon worden aangemerkt, (ii) welke kenmerken van de conclusies van EP 744 in de CLP-600 cartridge worden geopenbaard, (iii) wat, uitgaande van de gedetecteerde verschilkenmerken, is te beschouwen als het objectieve technische probleem dat EP 744 beoogt op te lossen en tot slot (iv) of de gemiddelde vakpersoon die zich voor dat probleem gesteld ziet, uitgaande van de CLP-600 cartridge, op de prioriteitsdatum zonder inventieve denkarbeid tot de cartridge volgens de conclusies van EP 744 zou zijn gekomen. Op veel van deze punten verschilden partijen, zo volgt uit het arrest, van mening. Dit brengt de rechtbank tot dezelfde slotsom als waartoe zij hiervoor onder 5.16 ten aanzien van EP 327 (en EP 559 en EP 701) is gekomen; niet kan worden gezegd – en ook daarin volgt de rechtbank Samsung – dat Samsung ten tijde van het sluiten van de Settlement Agreement wist, dan wel diende te beseffen dat er een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestond dat EP 744 het in een nietigheidsprocedure niet zou redden op inventiviteit.
- zij voorafgaand of tijdens de totstandkoming van de Settlement Agreement geen inlichtingen aan PrintAbout heeft verstrekt die aan de zijde van PrintAbout tot een onjuiste voorstelling van zaken hebben geleid, waarbij zij aantekent dat partijen de geldigheid van de octrooirechten van Samsung bewust tot uitgangspunt hebben genomen en er op dat moment ook nog daadwerkelijk sprake was van geldige rechten;
- van haar redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat zij PrintAbout op voorhand, dat wil zeggen voorafgaand aan het sluiten van de Settlement Agreement, in algemene zin informeerde over mogelijke gronden voor een geldigheidsaanval op haar octrooien.
€ 10.000,-- komt daarom niet voor toewijzing in aanmerking. Gelet hierop kan het betoog van PrintAbout dat de beperkingen op de terugwerkende kracht van octrooivernietiging die zijn verwoord in artikel 75 lid 6 ROW in strijd zijn met artikel 1 van het Verdrag van Straatsburg, onbesproken worden gelaten.
EP 599 en EP 701 en de gevolgen daarvan voor de verplichtingen van PrintAbout onder de Settlement Agreement heeft geïnformeerd (waarna PrintAbout volgens haar eigen verklaring de verhandeling van de betreffende cartridges heeft hervat). Samsung heeft voorts betwist dat zij onrechtmatig heeft gehandeld door na de vernietiging van de octrooien PrintAbout daarvan niet meteen (uit eigen beweging) op de hoogte te stellen.
- advocatenhonoraria: € 1.535,-- (€ 614,-- (tarief II) x 2,5 punt);
- griffierecht: € 5.674,--;
- nakosten: € 178,-- plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing.