Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
Umowa Inwestycyjnaen gedateerd 14 december 2016 (hierna: de
Investment Agreement). Namens [eiseres] is de
Investment Agreementondertekend door haar (middellijk) aandeelhouder en bestuurder [naam 3] . [naam 1] en [naam 2] hebben de
Investment Agreementondertekend namens NapiFeryn. Uit de – hieronder deels weergegeven – onbestreden Engelse vertaling van de
Investment Agreementblijkt dat, naast de voorwaarden betreffende de investering van [eiseres] (het tegen betaling van twee miljoen Poolse złoty verkrijgen van 25,51% van de aandelen in het aandelenkapitaal van NapiFeryn en het verstrekken van een lening van in totaal vier miljoen Poolse złoty aan NapiFeryn), partijen daarin ook afspraken hebben gemaakt over een samenwerking tussen NapiFeryn (in de overeenkomst aangeduid als ‘
the Company’) en [eiseres] .
Whereas
Project”) […]”
Project Implementation Plan” – a document setting out detailed terms and conditions of Project implementation, especially schedule of activities, Milestones, the Budget and other documents related to the Project, as amended or supplemented, constituting Appendix no. 1 to the Agreement.
“Intellectual Property”- refers to all and any trademarks, utility signs, names, rights to the company, rights do domains, any logo, patents, inventions and improvement recommendations, rights to the Project (both registered and unregistered), copyrights, topographic rights, rights to databases, rights to confidential information and know-how, and all derivative rights and related rights of similar nature in any jurisdiction which both at the moment of conclusion of this Agreement constitute the Company's property and in the future (taking into account the results of further research work carried out as part of the Project) will constitute the Company's property or (in the scope it has legitimate interest) with reference to which it has currently or in the future interest (both subject to registration and not, including all licences, sublicences granted by or for the Company, and any motions and applications related to any of the aforementioned marks, inventions and other rights and know-how). For the avoidance of doubts, the Parties agree that Intellectual Property also includes all the aforementioned intellectual property rights produced in connection with Project implementation as part of the Company.”
Intellectual Property of the Company”), subject to Art. IV par. 4.
Common Intellectual Property”), especially the results of such cooperation in form of valorisation technology and/or utilisation of side streams generated as part of the production process of protein isolates, including utilisation of husk fractions, valorisation of the light fraction with high oil content, valorisation of fraction with high fibre content, as well as the technology related to optimisation and testing of the Pilot Installation and preparation of the input raw material.
Investment Agreementbehorende
Project Implementation Plan, geeft het verloop van het in overweging (B) van die overeenkomst gedefinieerde project (zie hiervoor) weer door middel van een beschrijving van de verschillende stadia (
stages) van het project en van de doelstellingen/mijlpalen (
milestones) en verdeelt de werkzaamheden tussen [eiseres] en NapiFeryn. In (de onbestreden Engelse vertaling van) het
Project Implementation Planis onder meer het volgende opgenomen.
1 Description of the Project
2.Description of research and development activities
Working out details/adjustment of analytical methods used in the measurement of chemical composition of protein extract
Examination of the effect of fractionation on the chemical composition of protein extract
Analysis of sources of protein, other than rape
Reaching the international phase by the patent application “Mild Fractionation of functional isolates from grains and oilseeds PCT/NL2015/050856
Optimisation of the process up to a few kilogrammes of isolates
Development of methods of quality analysis and functionalities of proteins
Qualitative characteristics of semi-finished products (chemical composition)
Project and construction of a prototype of the fractionation unit (volume of 30L)
Development of formulation technology
Development of high-throughput of analytical methods (NIR)
Preliminary analysis of the costs of manufacture including consumption of materials and waste management
Establishing contact with potential business partners
Development of the technology of utilizing side process streams
Testing food recipes using protein isolates
Development of the technical design of the Pilot Installation (Basic Engineering + Detailed Engineering) and construction of the installation
Testing and validation of the Pilot Installation
Registration of the product as Novel Food in the EU
Investment Agreementheeft NapiFeryn in verband met de daarin vast te leggen afspraken tijdens een bespreking op 12 oktober 2016 onder meer een
PowerPoint slidemet [eiseres] gedeeld waarvan hieronder de onbestreden Engelse vertaling is weergegeven.
Method for preparation protein-fibre concentrate from plant material”. NL 320 is op 24 januari 2020 verleend.
FIELD OF THE INVENTION
Method for preparing protein-fibre concentrates from plant material”, komt materieel overeen met NL 320 en is de Europese verleningsfase ingegaan. Op 26 mei 2021 is WO 222 gepubliceerd als EP 3 823 460 (hierna: EP 460). EP 460 bevindt zich ook op dit moment nog in de verleningsfase bij het Europees Octrooibureau.
3.Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
Investment Agreementvoor de helft (50%) aan [eiseres] toekomt. [eiseres] heeft daarom op grond van artikel 13 in samenhang bezien met artikel 78 lid 1 ROW [2] het recht NL 320 en WO 222 gedeeltelijk, namelijk voor de helft (50%) op te eisen.
4.De beoordeling in de hoofdzaak
Investment Agreementhet octrooi voor de helft (50%) aan haar toe. NapiFeryn bestrijdt de interpretatie die [eiseres] aan de in genoemde overeenkomst neergelegde afspraken tussen partijen geeft. De rechtbank zal de
Investment Agreementdaarom moeten uitleggen.
Investment Agreementtot stand is gekomen tussen twee professionele partijen.
PowerPoint slide, in het bijzonder de daarin weergegeven verdeling van de intellectuele eigendomsrechten (enerzijds rechten die aan NapiFeryn alleen toekomen, anderzijds rechten die aan [eiseres] en NapiFeryn gezamenlijk toekomen) en stelt dat die model heeft gestaan bij het opstellen van de
Investment Agreement. [eiseres] heeft dit eerst ter zitting bestreden (nr. 8 pleitnota). Zij heeft daarbij niet gewezen op een ander stuk noch (gemotiveerd) aangevoerd dat de intentie nadien gewijzigd was. De enkele stelling dat er nadien nog onderhandelingen zijn gevoerd en dat het gaat om wat in de overeenkomst is vastgelegd, is daarvoor onvoldoende. Van die slide uitgaande houden partijen er ieder een eigen lezing op na.
proteine isolates) aan NapiFeryn alleen te doen toekomen. Rechten met betrekking tot (het productieproces van) eiwitconcentraten (
proteine concentrates), welke term wel op genoemde
PowerPoint slide, maar niet in de
Investment Agreementvoorkomt, behoren daar niet toe. [eiseres] wijst erop dat het volgens de beschrijving van NL 320 juist een doel (
object) is van de uitvinding om het eiwit-vezelconcentraat te verkrijgen uit een zijstroom (
side stream) van het productieproces van eiwitisolaat. De samenwerking tussen partijen en in het bijzonder de rol van [eiseres] daarin, zag blijkens de
Investment Agreementop het nuttig gebruik van dergelijke (vezelrijke) zijstromen. De daarmee verband houdende rechten komen daarom aan partijen gezamenlijk toe, aldus nog steeds [eiseres] .
Investment Agreementhebben partijen, naast afspraken over een investering door [eiseres] in NapiFeryn, afspraken gemaakt over een samenwerking tussen partijen ter uitvoering van het in overweging B van die overeenkomst nader aangeduide ‘
Project’. Uit de inleiding van het als ‘Appendix no. 1’ bij de
Investment Agreementgevoegde
Project Implementation Plandat hiervoor onder 2.5 deels is weergegeven, blijkt dat het gaat om een project van NapiFeryn dat ziet op onderzoek en ontwikkeling van een innovatieve techniek voor de productie van eiwitisolaat op basis van oliezaden en groenten, in het bijzonder koolzaad. De rol van [eiseres] in het
Projectziet met name op het creëren van de (rand)voorwaarden en infrastructuur benodigd voor de bouw, inbedrijfstelling en operationele activiteit van de
Pilot Installationdie bedoeld is om de productie van het eiwitisolaat te demonstreren, teneinde de technologie op commerciële schaal te kunnen implementeren.
Investment Agreementeen regeling opgenomen over de verdeling van die rechten. Uit het hiervoor onder 2.4 weergegeven artikel IV paragraaf 4 van de
Investment Agreementvolgt dat NapiFeryn en [eiseres] gezamenlijk eigenaar worden (ieder voor een aandeel van 50%) van de intellectuele eigendomsrechten die voortkomen uit de samenwerking tussen hen als bedoeld in artikel IV paragraaf 16 van die overeenkomst. In laatstgenoemde bepaling wordt verduidelijkt dat de samenwerking tussen partijen bestaat uit “
joint research and development works under Project implementation according to the Project Implementation Plan”. In het bijzonder ziet die samenwerking op “
valorisation and/or utilisation of side streams generated as part of the production process of protein isolates, including(…)
valorisation of fraction with high fibre content(…)” en op “
optimization and testing of the Pilot Installation.”
joint research and development works”, in de eerste plaats dat een gezamenlijke aanspraak op intellectuele eigendomsrechten vereist dat partijen – door hun samenwerking – ieder een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van dergelijke rechten. Met betrekking tot NL 320, waarmee een werkwijze tot verkrijging van eiwit-vezelconcentraat uit plantaardig materiaal is geoctrooieerd, betekent dit naar het oordeel van de rechtbank dat [eiseres] een (technische) bijdrage moet hebben geleverd aan die uitvinding om (mede) aanspraak te kunnen maken op het octrooi. Die lezing congrueert met artikel IV paragraaf 3 van de
Investment Agreement(zie hiervoor onder 2.4), waarin is neergelegd welke rechten uitsluitend aan NapiFeryn toekomen, namelijk de rechten met betrekking tot (het productieproces van) eiwitisolaten. Het was immers, zo blijkt ook uit (de verdeling van taken in) het
Project Implementation Plandat hiervoor onder 2.5 deels is weergegeven, enkel NapiFeryn (zonder inhoudelijke betrokkenheid van [eiseres] ) die zich bezighield met het onderzoek naar en de ontwikkeling van technieken om eiwitisolaat te extraheren uit oliezaden en groenten. Daaruit leidt de rechtbank af dat partijen ten tijde van het sluiten van de
Investment Agreementniet hebben beoogd om een gezamenlijke aanspraak te verkrijgen op rechten die feitelijk door de werkzaamheden van slechts één van hen tot stand zijn gebracht. Voor de rechtbank valt niet in te zien waarom dit niet ook zou gelden voor rechten die betrekking hebben op andere producten of productieprocessen dan (die van) eiwitisolaat, zoals het in NL 320 beschreven productieproces voor eiwit-vezelconcentraat. Het enkele feit dat genoemd product – dat ten tijde van het ondertekenen van de
Investment Agreementnog niet was ontwikkeld, maar een nader uit te werken concept betrof – niet in (artikel IV paragraaf 3 van) de
Investment Agreementwordt genoemd en mogelijk niet onder de definitie van ‘eiwitisolaat’ valt, zoals [eiseres] stelt en NapiFeryn bestrijdt, maakt dat niet anders. Het gaat immers om de zin die partijen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst aan de relevante contractsbepalingen mochten toekennen en daarmee om de aan die bepalingen ten grondslag liggende gedachte die de rechtbank samenvat als “gezamenlijke aanspraak voor gezamenlijk werk”.
Investment Agreementde financiële investering van [eiseres] in NapiFeryn (waarvoor zij destijds een aandeel van 25,51% in het aandelenkapitaal van NapiFeryn heeft verkregen) nergens wordt gekoppeld aan de verkrijging van een aanspraak op (toekomstige) intellectuele eigendomsrechten. Integendeel, volgens de
Investement Agreementhoudt de verkrijging van een aanspraak op enig recht van intellectuele eigendom enkel verband met de (feitelijke) samenwerking tussen partijen (zie het hiervoor (deels) geciteerde artikel IV paragraaf 4 met verwijzing naar artikel IV paragraaf 16 van de
Investment Agreement). Dat partijen niettemin een andere intentie hadden, althans dat [eiseres] in redelijkheid heeft mogen begrijpen dat zij na het sluiten van de
Investment Agreementvoor de helft (50%) aanspraak zou kunnen maken op alle door NapiFeryn te verkrijgen intellectuele eigendomsrechten, heeft [eiseres] niet onderbouwd gesteld en is overigens gemotiveerd weersproken door NapiFeryn.
dehulling) en persen van koolzaad (ter verkrijging van de koolzaadoliekoek). In de conclusies van NL 320, in het bijzonder afhankelijke conclusie 2, wordt het gebruik van die techniek geclaimd. De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende. Conclusie 2 spreekt weliswaar over een “geschikte methode voor schillen, ontdoppen en droge fractionering”, maar claimt in dat verband geen specifieke techniek. Het gaat in genoemde conclusie enkel om het resultaat, namelijk dat het plantmateriaal voorafgaand aan de in conclusie 1 omschreven methode, ten minste deels is ontdaan van een eiwitarme en lignine-rijke buitenlaag in de vorm van vacht, schors, schil, romp etc. Daarbij komt dat NapiFeryn ter zitting onweersproken heeft verklaard dat (a) het idee van het gebruik van geschilde/gepelde koolzaden voor het vervaardigen van de oliekoek van haar afkomstig was en (b) de gemiddelde vakpersoon op de datum van de aanvrage van NL 320 reeds bekend was met een techniek van schillen/pellen van dergelijk plantmateriaal. Gelet daarop openbaart NL 320 met betrekking tot de techniek van schillen/pellen niet meer of anders dan wat reeds tot de stand van de techniek behoorde. De rechtbank concludeert dat ook daarin dus geen (technische) bijdrage van [eiseres] aan NL 320 besloten kan liggen.
Pilot Installation. De rechtbank volgt haar ook daarin niet. Tussen partijen is niet in geschil dat de
Pilot Installationpas in 2019 in bedrijf is gesteld, nadat halverwege 2018 het ontwerp was voltooid, terwijl NapiFeryn onweersproken heeft gesteld dat de met NL 320 beschermde uitvinding al in maart 2017 met [eiseres] is gedeeld en de octrooiaanvrage in juli 2018 is verricht. De
Pilot Installationkan gelet op die chronologie geen bijdrage aan de in NL 320 geopenbaarde uitvinding hebben geleverd. Zou daarover al anders kunnen worden geoordeeld, dan is voor de rechtbank onduidelijk gebleven – en [eiseres] heeft zulks ook niet onderbouwd gesteld – op welke wijze de door [eiseres] in verband met de
Pilot Installationverrichte werkzaamheden, een (technische) bijdrage vormen aan het proces zoals in (conclusie 1 van) NL 320 beschreven.
valorisation and/or utilisation of side streams generated as part of the production process of protein isolates, including(…)
valorisation of fraction with high fibre content(…).” Ter zitting heeft NapiFeryn toegelicht dat de in conclusie 1 van NL 320 beschreven werkwijze ter verkrijging van eiwit-vezelconcentraat, die in figuur 2 van dat octrooi schematisch is weergeven (zie hiervoor onder 2.11), gelijk is aan het ‘
process of production of protein isolates’ als bedoeld in de hiervoor onder 2.6 weergegeven
PowerPoint slide. Na de eerste stap van de werkwijze worden, weliswaar op twee verschillende substanties, ter verkrijging van, enerzijds, het eiwitisolaat en, anderzijds, het eiwit-vezelconcentraat dezelfde stappen uitgevoerd. Het eiwitisolaat en het eiwit-vezelconcentraat worden dus op dezelfde wijze en door middel van hetzelfde proces gewonnen uit de (bewerkte) koolzaadoliekoek. Beide ‘stromen’ zijn in zoverre gelijkwaardig aan elkaar. [eiseres] heeft deze toelichting van NapiFeryn niet gemotiveerd bestreden. Daarop stuit haar argument dat het eiwit-vezelconcentraat afkomstig is uit een zijstroom (
side stream) van het productieproces voor eiwitisolaat, af. Met NapiFeryn acht de rechtbank [eiseres] uitleg ook niet logisch omdat het gehele productieproces erop gericht is eiwit te verkrijgen en zij in wezen betoogt dat een belangrijke fractie met eiwit tot zijstroom zou zijn verworden. Het is immers duidelijk dat de eerste waterige fractie (de bovenste stap uit figuur 2 waarin “crude extract” wordt verkregen) veel eiwit zal bevatten maar evenzo de vaste koek, die daarna in de vervolgstappen wordt opgewerkt. De rechtbank stelt dan ook vast dat partijen in de
Investment Agreementmet de term ‘zijstromen’ (
side streams) kennelijk iets anders hebben bedoeld, namelijk de (niet- of nauwelijks eiwithoudende) afvalstromen van dat proces die overblijven steeds nadat een oplosmiddel (waarin de eiwitten niet oplossen) aan een vaste fractie is toegevoegd en het mengsel vervolgens weer is gescheiden in een (eiwitrijke) vaste en een (eiwitloze/-arme) vloeibare fractie. Dat partijen dit beeld daadwerkelijk voor ogen hebben gehad bij het sluiten van de
Investment Agreementvindt steun in de eerdergenoemde
PowerPoint slide, waaruit blijkt (door de pijlen) dat de ‘
Proteine isolatesand concentrates’ (onderstreping rechtbank) worden gewonnen uit het ‘
Process of production of protein isolates’ (beide in de middelste kolom), terwijl de ‘
fiber fraction’ als zijstroom van genoemd productieproces zich in de linker kolom bevindt. Die vezelfractie vormt niet (zo blijkt uit het ontbreken van pijlen) het bronmateriaal voor de productie van het (eiwit-vezel)concentraat. Ook [eiseres] heeft ter zitting erkend dat het gelet op die
PowerPoint slideniet logisch is te veronderstellen dat de daar bedoelde ‘
fiber fraction’ het materiaal is waaruit het eiwit-vezelconcentraat als bedoeld in NL 320 wordt gewonnen. De door [eiseres] , conform de
Investment Agreement, te onderzoeken
side streambestaande uit
fraction with high fibre contentziet redelijkerwijs dus niet op het bronmateriaal voor eiwit-vezelconcentraat, maar op een (eiwitloze/-arme) afvalstroom van het proces om eiwitisolaat (en, naar later is gebleken, ook eiwit-vezelconcentraat) te winnen. Aan het voorgaande kan niet afdoen dat in de beschrijving van NL 320 is vermeld dat “
a still further object” van de uitvinding is “
to provide an economically feasible process for the preparation of the protein-fibre concentrates where said protein-fibre concentrates are obtained as side stream of the process, wherein main proteinaceous product of the process is protein isolate”, waarop [eiseres] heeft gewezen. De invulling van het begrip ‘
side stream’ zoals gebruikt in de beschrijving van NL 320, staat los van de betekenis die partijen redelijkerwijs mochten toekennen aan datzelfde begrip in de
Investment Agreement, die zij bovendien anderhalf jaar voor de aanvrage van NL 320 hebben gesloten.
Investment Agreementgeen aanspraak op NL 320 kan ontlenen, zodat in zoverre haar vordering tot (gedeeltelijke) opeising van NL 320 een grondslag ontbeert. Uit het voorgaande blijkt ook dat [eiseres] niet als (mede-)uitvinder van de in NL 320 geopenbaarde materie kan worden aangemerkt. Zij heeft evenmin gesteld – en zulks is ook anderszins niet gebleken – op een andere grond als bedoeld in de artikelen 11, 12 of 13 ROW aanspraak te kunnen maken op het octrooi. De rechtbank zal de daartoe strekkende vorderingen van [eiseres] daarom afwijzen. Gelet daarop en nu [eiseres] niet heeft gesteld dat en waarom niettemin grond bestaat voor opeising van EP 460, WO 222 en eventuele andere buiten Nederland aangevraagde en/of verleende octrooien die een beroep doen op de prioriteit van NL 320, zal de rechtbank de vorderingen voor zover daarop gericht, eveneens afwijzen.
€ 178,- nakosten(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing),