ECLI:NL:RBDHA:2024:8031
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag van Dublinterugkeerder met betrekking tot overdracht aan Polen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser, een Dublinterugkeerder van Tanzaniaanse nationaliteit, tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 18 oktober 2023 afgewezen, met het argument dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 16 november 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris. Na een heropening van het onderzoek op 17 november 2023, heeft de rechtbank op 12 maart 2024 de staatssecretaris om een schriftelijke reactie gevraagd naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie van 29 februari 2024. De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2024 opnieuw behandeld.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat eiser vanwege de situatie in Polen, waaronder pushbacks, niet aan Polen kan worden overgedragen. Eiser heeft niet aangetoond dat hij een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling in strijd met artikel 4 van het Handvest. De rechtbank stelt vast dat, hoewel de positie van de LHBT-gemeenschap in Polen zorgelijk is, er geen bewijs is dat dit leidt tot een gevaar voor eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand houdt. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.