ECLI:NL:RBDHA:2024:5858
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.D. Gunster
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en voorlopige voorziening in het kader van Dublinverordening met betrekking tot Polen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, van Tadzjiekse nationaliteit, heeft op 12 oktober 2023 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Polen zijn internationale verplichtingen jegens asielzoekers zal nakomen. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat hij bij overdracht aan Polen een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling. De rechtbank wijst de beroepsgronden van eiser af, waaronder de claim dat hij bij terugkeer naar Polen het risico loopt om naar Tadzjikistan te worden uitgezet. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, in aanwezigheid van mr. M.J.J. Roks, griffier.