Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser had op 29 april 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 13 mei 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de gronden van de maatregel van bewaring beoordeeld en vastgesteld dat eiser zich in het verleden meerdere keren aan het toezicht heeft onttrokken en niet meewerkt aan zijn terugkeer naar Algerije. Eiser voerde aan dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelde bij de uitzetting, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende stappen had ondernomen, waaronder het indienen van een aanvraag voor een laissez passer bij de Algerijnse autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 16 mei 2024.