ECLI:NL:RBDHA:2024:7592
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete en last onder dwangsom wegens onzelfstandige bewoning zonder vergunning
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom beoordeeld. Eiser, eigenaar van een woning in Den Haag, kreeg een boete van € 10.000,- opgelegd omdat er acht personen onzelfstandig in zijn woning woonden zonder de vereiste vergunning. De rechtbank behandelt de argumenten van eiser, die stelt dat er geen sprake was van kamerbewoning en dat de verklaringen van de bewoners onjuist waren door vertaalproblemen. Eiser betoogt ook dat hij niet als overtreder kan worden aangemerkt, omdat hij zijn zorgplicht als verhuurder zou hebben nageleefd. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder terecht de boete en de last onder dwangsom heeft opgelegd. De rechtbank concludeert dat er wel degelijk sprake was van een overtreding en dat eiser als overtreder kan worden aangemerkt. De rechtbank wijst erop dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims en dat de inspectie door de gemeente zorgvuldig is uitgevoerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de boete en de last onder dwangsom in stand blijven. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.