Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. I.C. van Krimpen, beroep heeft ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had eerder een aanvraag ingediend die niet tijdig door verweerder was behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder was overschreden. Eiser had beroep ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank van 9 juni 2023, waarin verweerder was opgedragen om binnen een bepaalde termijn te beslissen op de aanvraag van eiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, en heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door eiser betaalde griffierecht van € 187,- moet door verweerder worden vergoed.