Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [nummer], eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Het bestreden besluit
In de taalanalyse is opgenomen dat het Somalisch van eiseres in een enkel opzicht overeenkomt met het Zuid-Somalisch zoals dat gangbaar is in haar gestelde herkomstgebied (pagina 2). De uitspraak van het Somalisch van eiseres komt niet overeen met het Zuid-Somalisch (pagina 3), zij mengt heel sporadisch een aantal uitspraken van woorden uit het Zuid-Somalisch in haar spraak. Het betreft volgens de taalanalyse typisch Zuid-Somalische woorden die als zodanig ook buiten Zuid-Somalië onder Somaliërs bekend zijn. Verder gebruikt eiseres veel woorden en uitdrukkingen die niet gangbaar zijn in Zuid-Somalië (pagina 3). Ook de grammatica van de spraak van eiseres komt niet overeen met het Zuid-Somalisch zoals dat gangbaar is in haar gestelde herkomstomgeving (pagina 4). Verder is als resultaat opgenomen dat het niet aannemelijk is dat eiseres geboren en
getogenis in Zuid-Somalië, zoals zij stelt (pagina 4).
Voor zover eiseres meent dat in de taalanalyse een onjuiste definitie van het woord “getogen” wordt aangehangen – zij meent dat getogen ziet op “grootbrengen”, daaronder mede begrepen de tienerjaren waarvan eiseres niet heeft gesteld in Zuid-Somalië te hebben gewoond / groot te zijn gebracht (zij stelt in die periode juist in (Zuid-)Ethiopië te hebben gewoond) – overweegt de rechtbank dat dit onvoldoende is voor twijfel aan het resultaat in de taalanalyse dat haar Somalisch, gelet op de bevindingen in het rapport, eenduidig niet te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Zuid-Somalië. Ook met de mededeling dat de tolk op de zitting Zuid-Somalisch hoort, brengt eiseres onvoldoende concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de taalanalyse naar voren. Het kan weliswaar onder omstandigheden een indicatie zijn voor een tegenconclusie, maar dit doet niet zonder meer af aan de omstandigheid dat de taalanalyse is opgemaakt door een taalanalist, van wiens deskundigenadvies verweerder in beginsel mag uitgaan. Eiseres heeft hiermee de motivering en de conclusies van de taalanalyse dan ook onvoldoende weersproken. Het had op de weg van eiseres gelegen om, nu zij kennelijk toch twijfelt aan de conclusies van de taalanalyse die door het TOELT is uitgevoerd, een contra-expertise te laten opstellen.
In de besluitvorming heeft verweerder eveneens tegengeworpen dat eiseres in algemene zin niet heeft voldaan aan haar bewijsplicht dat zij afkomstig is uit Zuid-Somalië. Zo heeft verweerder overwogen dat van eiseres had mogen worden verwacht dat zij zich meer had ingespannen om te vertellen over haar woonomgeving in Zuid-Somalië – zij is hiertoe tweemaal in de gelegenheid gesteld, maar verklaart volgens verweerder slechts in algemene zin over dit onderwerp. Daarbij werpt verweerder het eiseres ook tegen dat zij, nu zij nog contact met haar moeder heeft, geen nadere informatie over haar woonomgeving bij haar moeder heeft opgevraagd. Ten slotte werpt verweerder nog tegen dat de verdere verklaringen van eiseres ook algemeen en niet onderscheidend voor Zuid-Somalië zijn.
Dit tezamen rekent verweerder eiseres aan en doet volgens verweerder afbreuk aan de algehele geloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres. De rechtbank constateert dat deze tegenwerpingen niet in de beroepsgronden zijn weersproken. Gelet op het vorenstaande, en in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verweerder de gestelde Zuid-Somalische herkomst van eiseres niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.