2.8.Op [datum] 2023 is eiser achttien jaar oud geworden.
Wat vindt eiser is beroep?
3. Eiser betoogt dat het college het bezwaar ten onrechte ongegrond heeft verklaard wegens het niet tijdig invullen van de vragenlijst. Artikel 8.1.2, derde lid, van de Jw en artikel 5, vijfde lid, van de Verordening bevatten geen nader omschreven voorschriften waaraan moet worden voldaan en ook geen dwingendrechtelijke termijnen waarbinnen informatie moet worden verstrekt. Niet is gebleken dat eiser niet bereid was nadere informatie te verstrekken. Het had op de weg van het college gelegen om niet een strakke termijn te stellen en/of hem in de gelegenheid te stellen een mondelinge toelichting te geven of gehoord te worden. Het college heeft in strijd met het verbod van détournement de pouvoir gehandeld omdat het bestreden besluit genomen lijkt te zijn om het oplopen van de dwangsom te ontlopen. Verder heeft het college niet toegelicht waarom de reeds aanwezige informatie niet voldoende is, zodat het bestreden besluit onvoldoende deugdelijk is gemotiveerd. Tot slot betoogt eiser dat zijn moeder in de te beoordelen periode, onder meer vanwege restricties als gevolg van coronamaatregelen, veel extra zorg op zich heeft genomen. Daarbij komt dat de vragenlijst van het college verwarring oproept, omdat daarin wordt gevraagd naar de financiële situatie van de ouders van eiser.
Wat is het beoordelingskader?
4. Op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Jw treft het college, indien naar het oordeel van het college een jeugdige of een ouder jeugdhulp nodig heeft in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen en voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn, ten behoeve van de jeugdige die zijn woonplaats heeft binnen zijn gemeente, voorzieningen op het gebied van jeugdhulp en waarborgt het college een deskundige toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van de aangewezen voorziening, waardoor de jeugdige in staat wordt gesteld:
a. gezond en veilig op te groeien;
b. te groeien naar zelfstandigheid, en
c. voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren,
rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau.
Op grond van artikel 8.1.2, derde lid. van de Jw zijn de jeugdige en zijn ouders verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.
Op grond van artikel 5, vijfde lid, van de Verordening verschaffen de jeugdige en zijn ouders het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige en zijn ouders geven in ieder geval inzage in een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Wat oordeelt de rechtbank?
5. De rechtbank stelt vast dat het beroep betrekking heeft op een afgesloten periode in het verleden, omdat eiser inmiddels ouder is dan achttien jaar. Gelet hierop ziet de rechtbank zich ambtshalve voor de vraag gesteld of eiser nog een procesbelang heeft bij zijn beroep. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval. Eiser heeft bij zijn beroep een overzicht van de omvang van de door zijn moeder verleende ondersteuning overgelegd. Met deze procedure kan eiser bereiken dat voor deze zorg alsnog een pgb wordt verstrekt.
Daarnaast acht de rechtbank het onwenselijk dat een bestuursorgaan, zeker bij een eerdere terugverwijzing door de rechtbank, het procesbelang zou kunnen bepalen door te laat een beslissing op bezwaar te nemen.