ECLI:NL:RBDHA:2024:5948
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag tot verhoging van het salarisnummer van een beroepsmilitair met terugwerkende kracht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een beroepsmilitair, tegen de afwijzing van zijn aanvraag om met terugwerkende kracht zijn salarisnummer te verhogen. Eiser is per 22 februari 2016 aangesteld in salarisnummer 4 en verzocht op 19 mei 2022 om een hoger salarisnummer, omdat hij meende dat zijn relevante vooropleiding en werkervaring niet correct waren meegenomen bij zijn aanstelling. Verweerder, de Commandant Luchtstrijdkrachten, heeft deze aanvraag afgewezen met het besluit van 19 december 2022, en bleef bij deze afwijzing na het bezwaar van eiser op 14 augustus 2023.
De rechtbank heeft het beroep op 10 april 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van verweerder. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft besloten het aanstellingsbesluit niet te herzien, omdat de aanstellingsnota 2016 niet van toepassing was op het moment van eisers aanstelling. Eiser had geen bezwaar gemaakt tegen zijn aanstellingsbesluit, wat een belangrijk verschil vormt met een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat het salarisnummer van eiser ongewijzigd blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland en is openbaar uitgesproken op 25 april 2024.