In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 april 2024, met zaaknummer AWB 23/14505, wordt het beroep van eiseres, een Sierra Leoonse vrouw, behandeld die een aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning voor medische behandeling heeft ingediend. De aanvraag, ingediend op 20 april 2023, werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen omdat eiseres de leges niet had betaald. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 14 maart 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat is om de leges te betalen, noch dat zij geen beroep kan doen op familie of derden. Eiseres heeft eerder asielaanvragen ingediend en heeft in de periode van 2014 tot 2020 meerdere keren om uitstel van vertrek verzocht. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling van leges. De rechtbank wijst erop dat eiseres geen bewijs heeft geleverd dat haar toegang tot het recht is belemmerd en dat de legesheffing en het beleid ten aanzien van vrijstelling niet onredelijk zijn.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.