ECLI:NL:RBDHA:2024:5523

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
17 april 2024
Zaaknummer
C/09/661140 / FA RK 24-970
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot adoptie van meerderjarig persoon op basis van artikel 8 EVRM

Op 17 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot adoptie van een meerderjarig persoon. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.J. Ruysendaal, heeft het verzoek ingediend om [belanghebbende], geboren op [geboortedatum] 2003, te adopteren. De moeder van [belanghebbende], die onder curatele staat, heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat [belanghebbende] ten tijde van het verzoek meerderjarig was, wat in strijd is met de voorwaarden voor adoptie zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Verzoekster heeft betoogd dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen, met een beroep op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de hechte band tussen verzoekster en [belanghebbende] niet voldoende is om het vereiste van minderjarigheid te negeren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen zeer bijzondere omstandigheden zijn die een ongeoorloofde inmenging in het gezinsleven zouden opleveren. Het verzoek tot adoptie is afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-970
Zaaknummer: C/09/661140
Datum beschikking: 17 april 2024

Adoptie

Beschikking op het op 5 februari 2024 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

verzoekster,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. H.J. Ruysendaal te Rotterdam.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[belanghebbende] ,

hierna te noemen [belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats 1] .

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. J.B.G. Gelissen te Sittard.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van – voor zover van belang –:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift van de moeder.
Op 20 maart 2024 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekster met haar advocaat, [belanghebbende] en de moeder met haar advocaat.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot adoptie door verzoekster van de meerderjarige [belanghebbende] , geboren op geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
De moeder heeft verweer gevoerd en verzoekt verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek af te wijzen, met veroordeling van verzoekster in de proceskosten.

Feiten

  • Blijkens de basisregistratie personen (brp) hebben [belanghebbende] en verzoekster de Nederlandse nationaliteit en is de moeder Amerikaans burger.
  • [belanghebbende] stelt zelf – naast de Nederlandse nationaliteit – ook Amerikaans burger te zijn.
  • Blijkens de brp is [belanghebbende] sinds 28 oktober 2005 op het adres van verzoekster ingeschreven.
  • De moeder van [belanghebbende] verblijft bij Parnassia. Zij is bij beslissing van de kantonrechter van deze rechtbank op 13 augustus 2020 onder curatele gesteld wegens lichamelijke of geestelijke toestand met benoeming van Bewindvoering Holland B.V. te 's-Gravenhage tot curator.
  • De vader van [belanghebbende] is onbekend.

Beoordeling

Adoptie
De rechtbank moet beoordelen of is voldaan aan de gronden en voorwaarden voor adoptie als bepaald in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Een van de voorwaarden, vermeld in artikel 1:228 eerste lid aanhef en onder a BW, is dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is.
De rechtbank stelt vast dat [belanghebbende] ten tijde van het verzoek ouder dan achttien jaar is. Er is daarom niet voldaan aan voornoemd vereiste van minderjarigheid, waardoor het verzoek tot adoptie in beginsel om die reden moet worden afgewezen.
Standpunt verzoekster
Verzoekster stelt zich op het standpunt dat sprake is van dusdanige bijzondere omstandigheden dat afwijzing van het verzoek een ongeoorloofde inmenging in het familieleven van haar gezin is. Zij doet hiermee een beroep op artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).
Verzoekster heeft [belanghebbende] als pleegkind opgenomen toen [belanghebbende] twee jaar oud was. Tot het achttiende levensjaar van [belanghebbende] waren Jeugd- en Pleegzorg betrokken bij het gezin. Deze ondersteuning is sinds [belanghebbende] achttien is geworden weggevallen. [belanghebbende] is (nog) niet in staat voor zichzelf te zorgen. Verzoekster wil graag de verzorging en verantwoordelijkheid voor [belanghebbende] op zich blijven nemen, zoals zij dat sinds het tweede levensjaar van [belanghebbende] doet.
Verzoekster stelt dat er sprake is van een hechte en emotionele band tussen hen. Zij verwijst ook naar de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 7 januari 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:67) waarin een vergelijkbare situatie speelt als die van verzoekster en [belanghebbende] . Verzoekster stelt dat zij het verzoek niet eerder heeft ingediend omdat het idee van adoptie door de voogdij van een gecertificeerde instelling op de achtergrond was geraakt. Nu [belanghebbende] volwassen is, beseffen [belanghebbende] en verzoekster dat er geen juridische band tussen hen bestaat, wat zij wel graag willen. Praktische zaken, zoals erf- en huurrecht zijn dan ook goed geregeld in het geval verzoekster iets zou overkomen.
Standpunt [belanghebbende]
stemt blijkens de overgelegde verklaring bij het verzoekschrift in met toewijzing van het verzoek. Zij wil graag door verzoekster geadopteerd worden omdat zij verzoekster ziet als haar moeder. Op de zitting heeft [belanghebbende] bevestigd dat zij instemt met toewijzing van het verzoek. Daarbij wil zij wel haar eigen geslachtsnaam behouden, mede nu zij ook een Amerikaans paspoort heeft waarop deze naam staat. Verder heeft zij op de zitting aangegeven dat zij angst heeft voor haar moeder.
Standpunt moeder
De moeder heeft juridisch inhoudelijk verweer gevoerd, welk verweer vervat is in de inhoudelijke beoordeling van de rechtbank.
Inhoudelijke beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat zij begrijpt en dat invoelbaar is dat de adoptie uit emotioneel oogpunt belangrijk is voor verzoekster en [belanghebbende] . Uit het feit dat verzoekster de moeite heeft genomen om het verzoek tot adoptie in te dienen, blijkt al de hechte band tussen hen. Dit is evenwel niet de afweging die de rechtbank moet maken. Zij moet beoordelen of het vereiste van minderjarigheid ten tijde van de indiening van het verzoek tot adoptie terzijde kan worden geschoven.
Het vereiste van minderjarigheid ten tijde van de indiening van het verzoek tot adoptie kan terzijde worden geschoven indien een weigering om adoptie toe te staan een ongeoorloofde inmenging in het gezins- of familieleven of privéleven van verzoekster en [belanghebbende] oplevert, als bedoeld in artikel 8 EVRM.
Volgens vaste jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is het recht op adoptie niet één van de door het EVRM beschermde rechten (zie onder meer EHRM 26 februari 2002, NJ 2002, 553; E.B. t. Frankrijk). Dat een feitelijk gezinsverband niet wordt omgezet in een juridisch gezinsverband is op zichzelf niet in strijd met artikel 8 EVRM. Het enkele feit dat adoptie niet mogelijk is wanneer niet wordt voldaan aan de in de nationale wetgeving vastgestelde voorwaarden, kan daarom in beginsel niet worden aangemerkt als een ongeoorloofde inbreuk op het recht op family life.
Ook de Hoge Raad heeft beslist dat aan artikel 8 EVRM weliswaar het recht op bescherming van family life tussen de ouders en een door hen geadopteerd kind kan worden ontleend, maar niet het recht om een kind te adopteren zonder dat wordt voldaan aan de eisen voor adoptie volgens de nationale wet (zie Hoge Raad 30 juni 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6339).
Het weigeren van een adoptie kan onder zeer bijzondere omstandigheden desondanks zo’n inbreuk maken op het bestaande gezinsleven dat voorbij kan worden gegaan aan het minderjarigheidsvereiste van artikel 1:228 eerste lid aanhef en onder a BW. Het gaat dan om uitzonderlijke gevallen, waarin de weigering van de adoptie vanwege enkel de meerderjarigheid bij de indiening van het verzoek een ongeoorloofde inbreuk op het door artikel 8 EVRM beschermde gezins- en familieleven met zich zou brengen (vgl. de conclusie van A-G Vlas ECLI:NL:PHR:2013:BY5053 bij HR 25 januari 2013 ECLI:NL:HR:2013:BY5063). Een tweede aspect dat van belang is, is of de termijnoverschrijding met betrekking tot het verzoek verschoonbaar is. De staat maakt immers geen ongerechtvaardigde inbreuk op het familieleven als burgers zonder goede reden eindeloos wachten met het indienen van een verzoekschrift.
De rechtbank komt op basis van de stukken en de verklaringen op de zitting tot het oordeel dat in dit geval geen sprake is van dergelijke zeer bijzondere omstandigheden en overweegt daartoe het volgende.
Voor de rechtbank staat vast dat verzoekster en [belanghebbende] een bijzonder hechte band hebben. Verzoekster heeft al vanaf jonge leeftijd van [belanghebbende] de zorg en opvoeding over haar gedragen. Ze gedroegen zich als gezinsleden, met de daarbij behorende gezinsrollen. Gebleken is dat verzoekster een stabiele factor was en is in het leven van [belanghebbende] . Op de zitting is gebleken dat [belanghebbende] zich moeilijk kan uiten en dichtklapt in tegenwoordigheid van andere mensen. Zij is al bijna haar hele leven afhankelijk van verzoekster, en deze afhankelijkheid duurt ook nog voort. [belanghebbende] ontvangt een Wajong uitkering en heeft een verleden met Jeugd- en Pleegzorg waarin sprake is geweest van veel wisseling van voogden. Er was volgens verzoekster sprake van problematisering van omstandigheden en dreiging dat [belanghebbende] bij verzoekster zou worden weggehaald. Het is de rechtbank duidelijk dat [belanghebbende] op dit moment en onder de huidige omstandigheden niet (geheel) zelfstandig kan functioneren. Verzoekster heeft verklaard dat zij altijd de pleegmoeder van [belanghebbende] zal zijn en altijd voor haar zal blijven strijden, ook als een adoptie niet wordt toegewezen. Er is sprake van een zeer hechte sociale en emotionele band.
De rechtbank begrijpt vanuit deze gevoelens de wens tot adoptie, maar dit gezinsverband tussen verzoekster en [belanghebbende] leidt niet tot een zodanige bijzondere omstandigheid die meebrengt dat er een uitzondering op het minderjarigheidsvereiste bij adoptie kan worden gemaakt. Dat [belanghebbende] met verzoekster een veel hechtere band heeft dan met haar moeder is in deze tijd – waarin stiefouders en samengestelde gezinnen maar ook pleeggezinnen steeds vaker voorkomen – niet uitzonderlijk. Naar het oordeel van de rechtbank vormt die hechte band daarom geen bijzondere omstandigheid die maakt dat er sprake is van een ongeoorloofde inbreuk op het door artikel 8 EVRM beschermde gezins- en familieleven als de adoptie wordt geweigerd. [belanghebbende] had en heeft een gezinsleven met verzoekster. Een afwijzing van de adoptie verandert niets aan deze feitelijke situatie. Dat deze band niet juridisch wordt vertaald in een adoptie levert ook geen schending op van dat gezinsleven.
Verzoekster heeft op de zitting verklaard dat het verzoek vooral is ingegeven door praktische redenen. Echter, praktische zaken zoals erf- en huurrecht kunnen op andere manieren geregeld worden. Verder heeft [belanghebbende] aangegeven angst te hebben voor haar moeder. Op de zitting is gebleken dat alleen al het feit dat de moeder bekend is met haar adres gevoelens van angst bij haar oproept, omdat [belanghebbende] op dit moment geen contact met haar moeder wil, terwijl (ook op de zitting) is gebleken dat de moeder die wens wel heeft. Echter, niet is onderbouwd dat een adoptie hierin een verschil zal maken. Daarnaast is de vraag of en op welke wijze de adoptie voor afsluiting van het moeilijke verleden met Jeugd- en Pleegzorg een helend effect kan hebben, onbeantwoord gebleven. Het is de rechtbank niet gebleken dat de adoptie voor het afsluiten van die moeilijke periode van cruciaal belang is voor [belanghebbende] om verder te kunnen met haar leven. Anders gezegd, niet gebleken is dat adoptie noodzakelijk is om het verleden af te kunnen sluiten.
De rechtbank stelt dan ook vast dat niet is gebleken van zeer bijzondere omstandigheden waardoor in het licht van artikel 8 EVRM kan worden voorbij gegaan aan het feit dat [belanghebbende] ten tijde van het verzoek tot adoptie al meerderjarig was.
Tot slot heeft verzoekster verklaard dat zij tijdens de minderjarigheid van [belanghebbende] wel aan de mogelijkheden van een adoptie heeft gedacht, maar dat dit, volgens haar, niet mogelijk was omdat [belanghebbende] onder voogdij van Bureau Jeugdzorg stond en zelfs het verkrijgen van de voogdij door verzoekster destijds niet een haalbare kaart was. Dat verzoekster wist dat adoptie mogelijk was, maar verder geen stappen heeft gezet maakt naar het oordeel van de rechtbank dat de termijnoverschrijding van het huidige verzoek tot adoptie niet verschoonbaar is.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek tot adoptie worden afgewezen.
De rechtbank hecht eraan te benadrukken dat deze voor verzoekster en [belanghebbende] teleurstellende uitkomst niets afdoet aan de speciale band die zij met elkaar hebben, die zij ook op de zitting duidelijk naar voren hebben gebracht.
Proceskosten
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren als hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.G. de Boer, H. Dragtsma en K.M. Crooij-Heins, rechters, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 april 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!