ECLI:NL:RBDHA:2024:5485

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
16 april 2024
Zaaknummer
C/09/654228 / KG ZA 23-802
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intellectuele eigendom en kwekersrecht in kort geding met proceskostenveroordeling

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, heeft Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel B.V. (hierna: Rijk Zwaan) een kort geding aangespannen tegen Monsanto Holland B.V. en Sementi Brida, met als doel een verbod te verkrijgen op inbreuk op haar kwekersrecht. Rijk Zwaan is houdster van het kwekersrecht voor het slaras ‘Madie’, terwijl Monsanto het slaras ‘Malvac’ op de markt heeft gebracht. Rijk Zwaan vorderde een verbod voor Monsanto c.s. om inbreuk te maken op haar kwekersrecht, maar trok haar vorderingen in voordat de mondelinge behandeling plaatsvond. Monsanto c.s. verzocht echter om een beslissing over de proceskosten, die door de voorzieningenrechter werd toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat Rijk Zwaan de proceskosten van Monsanto c.s. moest vergoeden, omdat zij de procedure had ingetrokken zonder dat er een rechterlijke toetsing had plaatsgevonden. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op een totaalbedrag van € 27.194,53, inclusief griffierecht en kosten voor een getuige-deskundige. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zaaknummer: C/09/654228 / KG ZA 23-802
Vonnis in kort geding van 19 april 2024
in de zaak van
RIJK ZWAAN ZAADTEELT EN ZAADHANDEL B.V.,
te De Lier,
eisende partij,
hierna te noemen: Rijk Zwaan,
advocaat: mr. R.M. van der Velden te Amsterdam,
tegen

1.MONSANTO HOLLAND B.V.,

te Bergschenhoek,
hierna te noemen: Monsanto,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SEMENTI BRIDA, ESPECIALIDADES HORTÍCOLAS E TÉCNICAS AGRÍCOLAS, LDA.,
te Rio de Mouro, Portugal,
hierna te noemen: Sementi Brida,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Monsanto c.s. (vrouwelijk enkelvoud),
advocaat: mr. H.J. Koenraad.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de op 4 oktober 2023 betekende dagvaarding;
- de op 8 november 2023 ingediende conclusie van antwoord;
- het bericht van Rijk Zwaan van 13 november 2023 inhoudende de mededeling dat zij de kortgedingprocedure intrekt;
- het bericht van Monsanto c.s. van 14 november 2023 waarmee zij verzoekt de procedure voort te zetten teneinde een beslissing te verkrijgen over de proceskosten;
- het bericht van Rijk Zwaan van 21 november 2023 inhoudende een reactie op het hiervoor genoemde verzoek van Monsanto;
- het bericht van Monsanto c.s. van 1 december 2023 inhoudende een reactie (repliek) op het hiervoor genoemde bericht van Rijk Zwaan;
- het bericht van Rijk Zwaan van 8 december 2023 inhoudende een nadere reactie (dupliek) op de hiervoor genoemde repliek van Monsanto c.s.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft partijen bij bericht van 20 februari 2024 gevraagd of zij nog altijd een beslissing omtrent de proceskosten wensten. Monsanto c.s. heeft daarop bevestigend gereageerd. Gelet op de door partijen ingenomen standpunten en nu partijen zulks ook niet hebben verzocht, heeft de voorzieningenrechter een behandeling ter zitting niet noodzakelijk geacht en bepaald dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.De feiten

2.1.
Rijk Zwaan is een internationaal groenteveredelingsbedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de ontwikkeling van groenterassen en de productie van de zaden daarvan, die verkocht worden aan telers over de hele wereld. Via haar dochterondernemingen is Rijk Zwaan actief in meer dan 100 landen.
2.2.
Rijk Zwaan is houdster van het communautaire kwekersrecht voor het door haar veredelde slaras dat de naam ‘Madie’ draagt (hierna: het Kwekersrecht). Het Kwekersrecht is op 13 mei 2013 aangevraagd door Rijk Zwaan en op 21 september 2015 verleend door het Communautair Bureau voor Plantenrassen.
2.3.
Monsanto is een tot het internationale Bayer-concern behorende groothandel in zaden, pootgoed en peulvruchten. Tot het productportfolio van Monsanto behoort onder meer het slaras met de kwekersreferentie SVLA0066 dat wordt aangeduid met de naam ‘Malvac’ (hierna: Malvac).
2.4.
Monsanto heeft Malvac eind 2022 in Portugal op kleine schaal geïntroduceerd bij wijze van proef.
2.5.
Sementi Brida is een in Portugal gevestigd bedrijf dat zaden importeert en distribueert aan telers op de Portugese markt. Sementi Brida is de exclusieve distributeur van Monsanto van de Malvac zaden in Portugal. Zij biedt de Malvac zaden via haar website aan.
2.6.
Rijk Zwaan is op de hoogte geraakt van de introductie op de markt in de Europese Unie van Malvac door Monsanto. Nadat zij de zaden van Malvac eerst zelf had onderzocht en daarna ook door Naktuinbouw had laten onderzoeken, heeft zij in januari 2023 contact opgenomen met de moedervennootschap van Monsanto, Bayer Crop Science (hiema: Bayer). Bij brief van 18 januari 2023 heeft Rijk Zwaan aan Bayer haar zorgen geuit over een mogelijke inbreuk op het Kwekersrecht en de intentie uitgesproken de zaak op korte termijn in der minne te regelen.
2.7.
Partijen hebben vervolgens meerdere keren met elkaar over deze kwestie gesproken. Tot een regeling heeft dat niet geleid.
2.8.
Uit vrees dat Monsanto voor het teeltseizoen 2023-2024 Malvac op grote schaal zou distribueren en daarmee inbreuk zou maken op het Kwekersrecht, heeft Rijk Zwaan Monsanto c.s. doen dagvaarden, waarmee onderhavige kortgedingprocedure is ingeleid.

3.Het geschil

3.1.
Rijk Zwaan vorderde in deze kortgedingprocedure – kort gezegd – een verbod voor Monsanto c.s. in de Europese Unie inbreuk te maken op het Kwekersrecht, met nevenvorderingen en een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv.
3.2.
Rijk Zwaan legde – verkort weergegeven – aan haar vorderingen ten grondslag dat Monsanto c.s. in de Europese Unie inbreuk maakt op het Kwekersrecht als bedoeld in artikel 94 lid 1 sub a van de GKVo [1] door het voortbrengen en vermenigvuldigen (vermeerderen) (door Monsanto) en het te koop aanbieden, verkopen en in de handel brengen van het slaras Malvac (door zowel Monsanto als Sementi Brida), althans dat Monsanto c.s. in de Unie een dergelijke inbreuk dreigt te maken.
3.3.
Monsanto c.s. heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Rijk Zwaan in haar vorderingen dan wel afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Rijk Zwaan in de op de voet van artikel 1019h Rv te begroten proceskosten.
3.4.
Na kennisneming van de door Monsanto c.s. ingediende conclusie van antwoord en de daarbij overgelegde onderzoeksrapporten, een overzicht van de veredelingshistorie van Malvac en een tweetal verklaringen over die veredelingshistorie, heeft Rijk Zwaan deze kortgedingprocedure en daarmee haar vorderingen ingetrokken. Monsanto c.s. heeft verzocht om voortzetting van de procedure teneinde een veroordeling van Rijk Zwaan in de door Monsanto c.s. gemaakte proceskosten te verkrijgen.
3.5.
Rijk Zwaan heeft zich gemotiveerd verzet tegen de door Monsanto c.s. verzochte proceskostenveroordeling.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
Nu Rijk Zwaan al haar (kwekersrechtelijke) vorderingen heeft ingetrokken, behoeft de – ook door Sementie Brida bij wijze van verweer opgeworpen – vraag of de voorzieningenrechter bevoegd is daarvan kennis te nemen, geen beoordeling meer. De enige resterende vordering strekt tot veroordeling van Rijk Zwaan in de door Monsanto c.s. gemaakte proceskosten. De voorzieningenrechter is zonder meer bevoegd daarvan kennis te nemen, reeds omdat partijen die bevoegdheid niet hebben bestreden.
Proceskosten
4.2.
Partijen twisten in deze procedure nog slechts over de vraag of Rijk Zwaan dient te worden veroordeeld in de door Monsanto c.s. gemaakte proceskosten. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend.
4.3.
Op grond van artikel 8 van het toepasselijke procesreglement [2] kan de eisende partij een zaak intrekken tot het moment dat de zaak is uitgeroepen. Door de intrekking is de aanhangigheid van de zaak komen te vervallen. Aangezien Monsanto c.s. tijdig heeft meegedeeld dat zij in verband met de intrekking een proceskostenveroordeling verlangt, is overeenkomstig bedoeld procesreglement en het arrest van de Hoge Raad van 3 juni 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1087) de aanhangigheid voor (uitsluitend) die proceskostenveroordeling niet komen te vervallen.
4.4.
Nu de voorzieningenrechter op het geschil over de proceskosten moet beslissen, zijn partijen op grond van artikel 3 lid 1 Wgbz [3] (alsnog) griffierecht (ad € 688,-) verschuldigd. [4]
4.5.
Uit de door de Hoge Raad in genoemd arrest gegeven regels volgt dat de eiser die afstand doet van instantie, verplicht is de proceskosten van de gedaagde te betalen (vgl. het naar inhoud en strekking vergelijkbare artikel 249 lid 2 Rv). De Hoge Raad heeft daarbij onder verwijzing naar het arrest van het gerechtshof Den Haag van 25 november 2014 (ECLI:NL:GHDHA:2014:4556) verduidelijkt dat zulks ook geldt in procedures betreffende rechten van intellectuele eigendom waarin artikel 1019h Rv van toepassing is. Die regel kan niet anders worden begrepen dan dat in een dergelijk geval de eiser, zonder dat een rechterlijke toetsing van het geschil heeft plaatsgevonden, wordt beschouwd als de in het ongelijk gestelde partij op wie de verplichting rust de proceskosten van de andere partij te vergoeden.
4.6.
In het onderhavige geval is sprake van zo’n situatie, nu Rijk Zwaan als eisende partij in dit kort geding, de procedure vóór de mondelinge behandeling die was gepland op 17 november 2023, heeft ingetrokken. Reeds daarop stuit het betoog van Rijk Zwaan dat zij niet “op één lijn kan worden gesteld met de in het ongelijk gestelde partij”, af. Daarbij komt dat geen sprake is van een situatie waarin Monsanto c.s., na het uitbrengen van de dagvaarding, vrijwillig aan de vorderingen heeft voldaan. Van kosten die als gevolg van het handelen van Monsanto c.s. nodeloos zijn gemaakt en daarom niet voor vergoeding in aanmerking komen, zoals Rijk Zwaan betoogt, is evenmin sprake. De keuze om onderhavig kort geding aan te spannen teneinde onder meer een inbreukverbod te vorderen, komt voor rekening en risico van Rijk Zwaan. Dat Monsanto c.s. vervolgens kosten heeft gemaakt om zich tegen die vordering te verweren, is een direct en voorzienbaar gevolg van die keuze. De omstandigheid waarop Rijk Zwaan zich beroept dat haar eerst na kennisneming van de conclusie van antwoord duidelijk werd dat de zaak niet geschikt is voor kort geding, maakt dit niet anders. Hetzelfde geldt voor haar betoog dat Monsanto eerder met de in de conclusie van antwoord opgenomen informatie had kunnen en moeten komen. Voor zover dit laatste al het geval is, ligt overigens in de hierna toe te passen aanzienlijk korting op die proceskosten voldoende compensatie besloten.
4.7.
Rijk Zwaan dient dan ook de proceskosten van Monsanto c.s. te vergoeden.
Monsanto c.s. heeft die kosten gespecificeerd en begroot op een bedrag van in totaal € 65.154,03, waarvan € 5.028,53 aan kosten voor een getuige-deskundige (prof. [Naam] ), € 1.300,- voor twee tolken (ten behoeve van de zitting) en € 58.825,50 aan salaris advocaat.
4.8.
Om de redelijkheid en evenredigheid van de advocatenhonoraria te kunnen beoordelen, zal de voorzieningenrechter, conform de door de Hoge Raad gegeven regels, aansluiting zoeken bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze kwekersrechtzaak moet worden aangemerkt als een ‘complex kort geding’ in de zin van die Indicatietarieven. Het betoog van Monsanto c.s. dat in deze zaak over kwekersrechten de Indicatietarieven in IE-zaken geen toepassing dienen te vinden maar eerder de Indicatietarieven in Octrooizaken, wordt verworpen. De indicatietarieven IE-zaken (en niet die in Octrooizaken) zijn volgens nr. 1 van die regelingen op kwekersrechtzaken van toepassing. Aan Monsanto c.s. kan worden toegegeven dat kwekersrechtzaken complex kunnen zijn maar in eerste instantie dient dat te worden opgelost door met die complexiteit rekening te houden bij de categorie-indeling zoals in de Indicatietarievenregeling voorzien in nr. 8. Met juistheid wijst Monsanto c.s. erop dat de toets volgens rechtspraak van het HvJ vervolgens is of sprake is van een voldoende significant en passend deel van de redelijke kosten [5] . Dat is met indeling in de hoogste categorie naar het oordeel van de voorzieningenrechter, gelet ook op hetgeen hierna is te overwegen, het geval.
4.9.
Voor een ‘complex kort geding’ geldt een indicatietarief, een bedrag dat als redelijk en evenredig wordt beschouwd, van maximaal € 25.000,-. Nu dat (maximum) tarief is gebaseerd op een volledige procedure inclusief een mondelinge behandeling die in dit geval geen doorgang behoefde te vinden, ziet de voorzieningenrechter aanleiding daarop een korting van 20% toe te passen, zodat een bedrag van € 20.000,- voor vergoeding in aanmerking komt. De advocaatkosten aan de zijde van Monsanto c.s. worden daarom op dat bedrag begroot. Het meer gevorderde wordt afgewezen.
4.10.
De advocaatkosten zullen worden vermeerderd met het door haar verschuldigde griffierecht en de gevorderde en gespecificeerde kosten voor de door Monsanto c.s. ingeschakelde getuige-deskundige en de tolken. Dat laatstgenoemde kosten tot het gevorderde bedrag zijn gemaakt ten behoeve van de ingetrokken kortgedingprocedure staat niet ter discussie. Het commentaar dat Rijk Zwaan nog heeft op de hoogte van de factuur voor het rapport van prof. [Naam] is onvoldoende onderbouwd. Met betrekking tot de kosten voor de tolken geldt weliswaar dat de mondelinge behandeling geen doorgang heeft gevonden, maar Monsanto c.s. heeft onweersproken gesteld dat zij deze kosten niettemin is verschuldigd in verband met het (late) tijdstip van intrekking/annulering (enkele dagen voor de geplande mondelinge behandeling).
4.11.
Onder de proceskosten vallen ook de gevorderde nakosten. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2024: € 178,-). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2024: € 92,-) en de explootkosten van betekening toegekend.
4.12.
Het totaalbedrag van de voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten komt daarmee op dit moment op (€ 20.000 + € 5.028,53 + € 1.300,- + € 688,- + € 178,- =) € 27.194,53.
4.13.
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen zoals gevorderd.
4.14.
Nu dat onbestreden is gevorderd, zal de voorzieningenrechter dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Rijk Zwaan in de proceskosten, aan de zijde van Monsanto c.s. op dit moment begroot op € 27.194,53 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Rijk Zwaan niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan wordt dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente en moet Rijk Zwaan € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het anders of meer gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman, rechter, bijgestaan door mr. J.J. de Jong, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2024.

Voetnoten

1.Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht.
2.Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken.
3.Wet griffierechten burgerlijke zaken.
4.Conform artikel 8 van het procesreglement en genoemd arrest van de Hoge Raad.
5.HvJ EU 28 juli 2016, C-57/15, ECLI:EU:C:2016:611 (United Video Properties)