ECLI:NL:RBDHA:2024:5416
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te vroege ingebrekestelling in asielprocedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 10 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. Eiser heeft gesteld dat de staatssecretaris niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag, ingediend op 5 juni 2023. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris, op basis van de WBV 2022/22, de beslistermijn heeft verlengd tot 5 september 2024. Dit betekent dat de ingebrekestelling van eiser, die op 12 december 2023 werd ingediend, te vroeg was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.